Deze website is onderdeel van Nifterlaca, gelinkt vanaf de pagina Artikelen
 
  Saksen indexpagina Volgende bron


• CORPUS SAXONUM ANTE DCC  Jeff van Hout, eerste plaatsing: dec. 2020
  laatste update: feb. 2021
Volgnr.: 1
Datering:  ca. 150 AD
Auteur: Claudius Ptolemaeus (ca. 100 - na 160)
Titel: Geographia (Grieks: Γεωγραφικὴ Ὑφήγησις / Geographike Hyphegesis)


Context:   

Claudius Ptolemaeus was een Griekse wetenschapper die zijn thuisbasis waarschijnlijk in Alexandrië had. Van de werken die hij heeft vervaardigd zijn vooral beroemd geworden een werk over wiskunde en astronomie, dat bekend staat onder de titel Almagest, en een werk over de geografische kennis van de toenmalige Grieks-Romeinse wereld, dat we kennen onder de naam Geographia. Dit laatste werk, dat omstreeks 150 AD vervaardigd is, bevat een theoretische verhandeling over het maken van kaarten op basis van coördinatenstelsels. Onmisbaar hulpmiddel bij het vervaardigen van daadwerkelijke kaarten vormt een lijst met de geografische lengte en breedte van ongeveer 8000 plaatsen. Dat er door Ptolemaeus zelf of door anderen in de oudheid ook echt kaarten zijn getekend aan de hand van de Geographia lijkt haast vanzelfsprekend, maar kan niet met zekerheid worden vastgesteld. Er zijn uit de oudheid namelijk geen kaarten overgeleverd. Sowieso zijn alle overgeleverde manuscripten van de Geographia middeleeuws, zodat de reconstructie van het originele werk niet zonder problemen is. De oudste kaarten in de traditie van Ptolemaeus kennen we ook uit de middeleeuwse manuscripten.
Dat er geen manuscripten van de Geographia bekend zijn ouder dan ca. 1300 AD, wil niet zeggen dat die er niet geweest zijn. In de manuscripten die overgeleverd zijn bevinden zich vele aanwijzingen dat die van vroegere exemplaren gekopieerd zijn. Ook zijn uit de oudheid en de vroegere middeleeuwen meerdere getuigenissen bekend van auteurs die dit werk van Ptolemaeus kenden. De Periplus maris exteri van Marcianus van Heraclea Pontica, daterend van omstreeks 400 AD, wordt nog als bron behandeld omdat daarin ook een vermelding van de Saksen te vinden is. Een rechtstreekse link naar de bespreking van dat werk is onderaan deze pagina te vinden. We komen een verwijzing ook tegen bij Jordanes (zesde eeuw), die aan Ptolemaeus refereert als hij het over Scandza heeft, waar in zijn verhaal de Goten vandaan waren gekomen (Getica III). Ook de anonieme kosmograaf van Ravenna noemt Ptolemaeus als een van zijn bronnen (Ravennatis Cosmographia 1.9.4, 4.4.2, 4.4.3, 4.11.1). In dit werk, waarover geen consensus bestaat betreffende de datering (een ontstaan in de negende eeuw lijkt een voorkeur te hebben, maar er zijn ook pleiters voor de achtste eeuw), komen we een persoonsverwisseling tegen die in het begin van de zevende eeuw ook al voorkomt bij Isidorus van Sevilla. Ptolemaeus is dan een Egyptische koning uit het geslacht van de Macedoniërs (Etymologiae III.26). Deze vergissing heeft nog lang voortgewoekerd. Als Rafaël begin zestiende eeuw zijn fresco Scuola di Atene (School van Athene) maakt, dan beeldt hij Ptolemaeus af met een gekroond hoofd en een wereldbol in de hand.

Rafael Scuola di Atene
Detail met Claudius Ptolemaeus op het fresco door Rafaël: Scuola di Atene (1509-1511)
(Te bewonderen in het Apostolisch Paleis in Vaticaanstad)

Een heel belangrijke getuigenis vinden we bij Cassiodorus die voor zijn leerlingen in het door hem in de zesde eeuw gestichte klooster Vivarium in Calabrië een soort studiehandleiding schreef. Daarin beveelt hij zijn leerlingen bij de bestudering van de aardrijkskunde het werk van Ptolemaeus aan (Institutiones 1.25). Binnen de Arabische wereld kent de bestudering van zowel de Almagest als de Geographia een heel eigen traditie. Binnen die traditie is een bekendheid met de Geographia met zekerheid aan te wijzen vanaf het begin van de negende eeuw. Tegen het einde van die eeuw moeten er verscheidene Arabische vertalingen van de Geographia (Kitāb al-Jughrāfiyā) gecirculeerd hebben.

Stamboom handschriften Germania Magna ca.1650
Stamboom handschriften Geographia
(Naar Stückelberger 2009n1)
Kaart van Germania Magna ca.1650, naar Ptolemaeus
(Klik op de afbeelding voor een vergroting (nieuw venster))

Behalve de coördinaten van 'steden', riviermondingen, rivierbronnen, samenvloeiingen, gebergten en (kleine) eilanden beschrijft Ptolemaeus ook waar de verschillende bevolkingsgroepen (stammen) woonden. Voor de Saksen, waar het hier natuurlijk vooral over moet gaan, is van de in totaal acht boeken het elfde hoofdstuk uit het tweede boek van belang. Dat hoofdstuk verstrekt de gegevens voor de vierde kaart van Europa die Germania Magna omvat. Een voorbeeld van een kaart die midden zeventiende eeuw getekend is van dit gebied, is te bewonderen in bovenstaande afbeelding.
Het lijkt erop dat Ptolemaeus de Saksen een woongebied toekende ten noorden van de Elbe, bij de 'hals' van het Kimbrische schiereiland. Een gebied dus, dat in onze huidige geografie deel uitmaakt van Sleeswijk-Holstein. Er is wat dit betreft echter een probleem, waardoor we niet glashard kunnen stellen dat Ptolemaeus de vroegst bekende auteur is die de Saksen noemt. Dit probleem zal na het geven van de teksten besproken worden.



Brontekst:   
Fragmenten uit boek II, hoofdstuk 11: Germania Magna (vierde kaart van Europa)

II.11.11.
Τὴν δὲ παρωκεανῖτιν κατέχουσιν ὑπὲρ μὲν τοὺς Βουσακτέρους (Βουκτέρους) οἱ Φρίσιοι μέχρι τοῦ Ἀμισίου ποταμοῦ, μετὰ δὲ τούτους Καῦχοι οἱ Μικροὶ μέχρι τοῦ Οὐισούργιος ποταμοῦ, εἶτα Καῦχοι οἱ Μείζους μέχρι τοῦ Ἄλβιος (Λάβιος) ποταμοῦ, ἐφεξῆς δὲ ἐπὶ τὸν αὐχένα τῆς Κιμβρικῆς Ξερσονήσου Σάξονες· αὐτὴν δὲ τὴν χερσόνησον ὑπὲρ μὲν τοὺς Σάξονας Σιγούλωνες ἀπὸ δυσμῶν, εἶτα Σαβαλίγγιοι, εἶτα Κοβανδοὶ.

II.11.12.
Ὑπὲρ οὓς Χάλοι, καὶ ἔτι ὑπὲρ τούτους δυσμικώτεροι μὲν Φουνδοῦσοι (Φουνοῦσιοι), ἀνατολικώτεροι δὲ Χαροῦδες· πάντων δ' ἀρκτικώτεροι Κίμβροι.

II.11.13.
Μετὰ δὲ τοὺς Σάξονας ἀπὸ τοῦ Χαλούσου (Χαλάσου) ποταμοῦ μέχρι τοῦ Συήβου ποταμοῦ Φαροδινοὶ.

II.11.16. en 17.
Ἐλάττουα δὲ ἔθνη νέμονται καὶ μεταξὺ κεῖνται Καύχων μὲν τῶν Μικρῶν καὶ τῶν Συήβων Βουσάκτεροι (Βούκτεροι) οἱ Μείζους, ὑφ' οὓς Χαῖμαι, Καύχων δὲ τῶν Μειζόνων καὶ τῶν Συήβων Ἀνγριουάριοι (Ἀγριουάριοι), 17. εἶτα Λακκοβάρδοι, ὑφ' οὓς Δουλγούμνιοι, Σαξόνων δὲ καὶ τῶν Συήβων Τευτονόαροι καὶ Οὐίρουνοι, Φαροδινῶν δὲ καὶ Συήβων Τεύτονες καὶ Αὒαρποι, Ῥουτικλείων δὲ καὶ Βουργουντῶν Αἰλουαίωνες (Ἐλουαίωνες).

II.11.31.
Νῆσοι δὲ ὑπέρκεινται τῆς Γερμανίας·
κατὰ μὲν τὰς τοῦ Ἄλβιος ἐκβολὰς αἱ καλούμεναι Σαξόνων τρεῖς,
ὧν τὸ μεταξὺ ἐπέχει μοίρας       λα°       νζ°γο'

Herkomst:
Stückelberger, A. & Graßhoff, G. (red.) 2006. Klaudios Ptolemaios. Handbuch der Geographie. 2 delen. Schwabe, Basel. Deel 1, p. 226, 228, 234.



Vertaling:   
Fragmenten uit boek II, hoofdstuk 11: Germania Magna (vierde kaart van Europa)

II.11.11.
Die Ozeanküste bewohnen nördlich der ┌Kleinen┐ Brukterer die Friesen bis zur Ems; nach diesen folgen die Kleinen Chauker bis zur Weser, dann die Grossen Chauker bis zur Elbe, anschliessend die Sachsen am Hals der Kimbrischen Halbinsel; die Halbinsel selbst aber bewohnen nördlich der Sachsen die Sigulonen im Westen, dann die Sabalingier, dan die Kobander.

II.11.12.
Nördlich von ihnen wohnen die Chaler, und noch weiter nördlich von diesen folgen gegen Westen die Funduser (Funusier), gegen Osten aber die Charuden; am nördlichsten von allen aber wohnen die Kimbern.

II.11.13.
Nach den Sachsen wohnen vom Fluss Chalusus an bis zum Fluss Suebus die Farodiner.

II.11.16. en 17.
Kleinere Völker siedeln ┌im Landesinnern┐ verstreut: Nämlich zwischen den Kleinen Chaukern und den ┌Angilischen┐ Sueben die Grossen Brukterer, südlich von ihnen die Chämer zwischen den Grossen Chauken und den ┌Angilischen┐ Sueben die Angrivarier, 17. dann die Lakkobarden, südlich von ihnen die Dulgubnier; zwischen den Sachsen und den ┌Semnonischen┐ Sueben wohnen die Teutonoarier und die Viruner, zwischen den Farodinern und den ┌Semnonischen┐ Sueben die Teutonen und Avarper, zwischen den Rutikliern und den Burgundern die Helvekonen.

II.11.31.
Nördlich von Germanien liegen folgende Inseln:
Bei der Elbe-Münding die sogenannten drei Inseln der Sachsen;
ihre Mitte liegt bei       31°       57° 40'

Herkomst:
Stückelberger, A. & Graßhoff, G. (red.) 2006. Klaudios Ptolemaios. Handbuch der Geographie. 2 delen. Schwabe, Basel. Deel 1, p. 226, 228, 234.



Bespreking:   

In de Geographia werd door Ptolemaeus geen sociale geografie bedreven. Zo gaf hij van de volkeren die hij een plaats op de wereld toekende geen nadere beschrijvingen. De plaats waar hij de Saksen neerzette is interessant, omdat we de Saksen daar – en in een groot aansluitend gebied ten zuiden van de Elbe – tegenkomen in de achtste eeuw, ten tijde van de oorlogen die Karel de Grote tegen de Saksen voerde. Vóór de achtste eeuw komen we de Saksen in de bronnen echter op geheel andere plaatsen tegen, zoals we nog zullen zien. Omdat er bovendien met betrekking tot de naam Σάξονες bij Ptolemaeus een probleem is, moeten we er ernstig rekening mee houden dat er oorspronkelijk iets anders door Ptolemaeus geschreven is, hetgeen door latere kopiisten is aangepast.

De overgeleverde manuscripten in de Ω-redactie hebben overwegend Ἄξονες (Axones) als spelling. Een gedachtegang die op wel wat steun kan rekenen gaat als volgt: In een vroeg stadium van het kopiëren van de handschriften, die toen nog in uncialen – zeg maar in hoofdletters – geschreven werden, heeft een kopiist per abuis ΑΒΙΟΝΕΣ (Aviones) aangezien voor ΑΞΟΝΕΣ (Axones). Het is goed voor te stellen dat ΒΙ is aangezien voor Ξ. Geconfronteerd met een onbekende naam heeft een latere kopiist hier vervolgens ΣΑΞΟΝΕΣ (Saxones) van gemaakt. Er is geen enkel bewijs dat het daadwerkelijk zo gegaan is, maar het is niet onlogisch om te vermoeden dat Ptolemaeus oorspronkelijk de Aviones voor ogen had. De Aviones worden namelijk door Tacitus genoemd in zijn Germania in een adem met de Anglii (Angelen) en moeten, als we de beschrijvingen van Tacitus volgen, waarschijnlijk ergens in het zuiden van het Jutlandse schiereiland geplaatst worden.n2

Tacitus maakt noch in zijn Germania, dat ongeveer 50 jaar eerder is geschreven dan de Geographia van Ptolemaeus, noch in zijn Historiae, noch in zijn Annales melding van Saksen. Ook in andere bronnen, tot ver na Ptolemaeus, komen we geen Saksen tegen. Dus niet in de Geographica van Strabo, niet in de Naturalis historia van Plinius de Oudere, niet in de De Vita Caesarum van Suetonius, niet in de Historia Romana van Cassius Dio. En in de Duodecim Panegyrici Latini worden de Saksen pas vermeld in de allerlaatste lofrede, namelijk die op Theodosius I, geschreven door Pacatus Drepanius in 398 AD. Maar dan zijn we, zoals we zullen zien, in de tweede helft van de vierde eeuw al voor het eerst enkele vermeldingen in andere bronnen tegengekomen.

Germania Magna, zeg maar het gebied 'over de Rijn', is in de decennia rond het begin van onze jaartelling veelvuldig verkend door de Romeinen. Waarschijnlijk was er een plan om ook grote Germaanse gebieden bij het Rijk in te lijven. Er zijn campagnes bekend van Drusus, Ahenobarbus, Tiberius en Germanicus tot ver in Germania. En natuurlijk bevond ook Varus zich in Germania toen hij in 9 AD bij een nederlaag drie legioenen verspeelde. Vooral Tiberius is in deze interessant omdat hij in 4 en 5 AD. over land tot aan de Elbe doordrong, alwaar een Romeinse vloot zich bij hem voegde. Deze vloot was vanaf de 'Oceaan' de Elbe opgevaren, had vele stammen overwonnen en bracht een overvloed aan levensmiddelen mee. We lezen dit in een in 30 AD geschreven Romeinse geschiedenis van Velleius Paterculus, die zelf deel uitmaakte van het gevolg van Tiberius.n3 Meerdere stammen die we ook bij Ptolemaeus tegenkomen worden bij deze campagne genoemd, zoals Chauken, Bructeren, Langobarden, Cherusken, Semnonen en Marcomannen, maar geen Saksen.

Als de vermelding van de Saksen bij Ptolemaeus authentiek zou zijn, dan bevindt die zich midden in een soort bronnenvacuüm. Alle reden dus om Ptolemaeus op dit punt met argusogen te bekijken. We kunnen haast niet anders concluderen dan dat hier iets niet helemaal in orde is en dat de Romeinen in de eerste eeuwen van onze jaartelling geen stam kenden met de benaming Saksen.

Eerlijkheidshalve dient opgemerkt te worden dat deze mening niet algemeen gedeeld wordt. Als belangrijkste tegenargument wordt meestal ingebracht dat in handschrift X steeds sprake is van 'Saksen', zoals weergegeven in de brontekst volgens Stückelberger hierboven. Dit handschrift, Vaticanus Graecus 191, is eigenlijk de enige echte vertegenwoordiger van de Ξ-redactie, maar wordt wel vrij algemeen beschouwd als het meest gezaghebbende handschrift. Omdat er geen handschriften overgeleverd zijn die ouder zijn dan eind dertiende eeuw, zal het probleem van de Saksen bij Ptolemaeus wel altijd een punt van discussie blijven. Er zijn veel scenario's denkbaar over wat er in het gapende gat tussen de tweede en de dertiende eeuw met de overlevering is gebeurd.

Vat.Gr.191 II.11.11 Vat.Gr.191 II.11.13
Vat.Gr.191 II.11.17 Vat.Gr.191 II.11.31
Handschrift Vaticanus Graecus 191 (Vat.Gr.191, in de bibliotheek van het Vaticaan), XIIIe eeuw, ca. 1300
(De Geographia van Claudius Ptolemaeus bevindt zich op de folio's 128v - 169v)
Linksboven: fragment boek II.11.11.                  Rechtsboven: fragment boek II.11.13.
Linksonder: fragment boek II.11.17.                  Rechtsonder: fragment boek II.11.31.
Hier zijn alle fragmenten te zien waarin de naam 'Saksen' (Σάξονες) voorkomt. Steeds beginnend met een kleine letter sigma (σ), niet met hoofdletter sigma (Σ), en met een variërende uitgang vanwege de naamvallen.



Noten:   

  1. De meest recente editie van de Geographia van Ptolemaeus:
    Stückelberger, A. & Graßhoff, G. (red.) 2006. Klaudios Ptolemaios. Handbuch der Geographie. 2 delen. Schwabe, Basel.
    Stückelberger, A. & Mittenhuber, F. (red.) 2009. Klaudios Ptolemaios. Handbuch der Geographie. Ergänzungsband, mit einer Edition des Kanons bedeutender Städte. Schwabe, Basel.
    Over de handschriftenoverlevering: Stückelberg 2009, hoofdstuk 1.
  2. Publius Cornelius Tacitus, Germania (De origine et situ Germanorum), 40.
  3. Velleius Paterculus, Romeinse geschiedenis, I.104.3 - I.107.3

Bibliografie:   

Hier, indien van toepassing, alleen de werken die in het bijzonder bij deze bron zijn geraadpleegd. Voor de volledige bibliografie wordt verwezen naar de Saksen indexpagina.
  • Stückelberger, A. & Graßhoff, G. (red.) 2006. Klaudios Ptolemaios. Handbuch der Geographie. 2 delen. Schwabe, Basel.
  • Stückelberger, A. & Mittenhuber, F. (red.) 2009. Klaudios Ptolemaios. Handbuch der Geographie. Ergänzungsband, mit einer Edition des Kanons bedeutender Städte. Schwabe, Basel.



Zie eventueel ook bron nr. 18 Marcianus van Heraclea Pontica, Periplus maris exteri

  Saksen indexpagina Volgende bron