Weetgierig:
Bij doorbladeren van de thema’s op het Nifterlaca-forum kwam ik terecht op een oude discussie over het Friese laken. Blijkbaar was Atrecht al vroeg een belangrijk textielcentrum. Je noemt zelf Doornik als mogelijk eerder centrum van die industrie. Dat zou heel goed kunnen: de aanwezige schapenteelt werd door de Romeinen benut om er een confectie-atelier op te richten voor het vervaardigen van militaire kleding. (R.Bonnet: Tournai, 1986, p.14) In de 2e eeuw kende Turnacum reeds textielnijverheid en in de late keizertijd was Turnacum uitgegroeid tot een belangrijk industrieel centrum.(Wilipedia)
Dit zou wel eens het begin geweest kunnen zijn van de Friese laken-industrie die blijkbaar ten tijde van Karel de Grote al actief was en die later leidde tot de grote welvaart van Brugge, Gent en Antwerpen. ‘Fries laken’was een belangrijk en veelgevraagd handelsartikel. Dit weefsel werd Fries genoemd omdat de handelaren Friezen waren, en ook omdat het geproduceerd werd in die regio. Dat er destijds Friezen in noord-Vlaanderen zaten is intussen geen geheim meer. Meerdere onderzoekers plaatsen de productie ervan in Vlaanderen. (H.A.Poelman: Geschiedenis van de handel van Noord-Nederland gedurende het Merovingische en Karolingische tijdperk. Den Haag 1908, p.129, 130. P.C.J.A. Boeles: Friesland tot de elfde eeuw; Den Haag 1951, p.417. L. Voet: Antwerpen, de metropool en haar verhaal. Gent 1993, p. 13)
Groet, Joep