> Dat er in Utrecht (noch in Petten) enig spoor van
> een Merovingische kerk gevonden is, heeft de
> samenstellers van deze encyclopedie er niet van
> weerhouden om deze op te nemen in wat ze
> letterlijk noemen: ‘Dit is een overzicht van de
> belangrijkste archeologische vindplaatsen uit de
> periode 400-700 na Chr. in het huidige Nederland,
> bijgewerkt tot 1 januari 2014.’
....en de schoolkindertjes straks maar weer braaf in hun werkstuk opschrijven dat ze het uit een encyclopedie hebben.
Ik ben er eigenlijk wel een beetje klaar mee, wat er allemaal gedaan mag worden onder het mom 'publieksboek'
Is de aanname dat het publiek als seniel behandeld mag of misschien wel moet worden? Wat heeft het publiek misdaan dat die het allemaal door matglas moet bekijken?
Hoe moeilijk is het nou om gewoon een duidelijker kaartje te maken van wat er gevonden is? Met nog enigszins duidelijke categorieën zoals 'munten', 'stenen fundamenten', 'paalsporen', 'aardewerk' ?
Het heeft er voor mij de schijn van dat de boel opgewaardeerd moet worden. Middels de term 'vindplaats' wordt in gedachten middels een deel (i.e. 'munt') de suggestie gewekt dat het om een geheel ('nederzetting') gaat. Nadruk op schijn, want wellicht schrijven de auteurs ook doodgewoon voorgangers over, die minstens zo vaag omgingen met de gegevens.
Om even met een vrolijke noot af te sluiten: gelukkig kun je tegenwoordig middels het Internet wat gemakkelijker je weg naar experts vinden die je niet als knurft behandelen