Waarschuwing: het volgende is off-topic, en waarschijnlijk onzin, maar ik vond het toch zonde om al die tekst weer weg te gooien nadat ik het getiept had.
Ik heb het niet over de micro-geografie van grenspalen, maar over het niet samenvallen van een politieke grens met een culturele grens.
Kleef was bijna heerser van Gelre geworden, en dan was het één gewest geweest, wat weer overeenkomt met het vroegere verband binnen de Hamalandse dynastie.
Tijdens de Republiek was Kleef
de kostschool voor rijke Nederlandse Catholieken en de taal was er zuiver Nederlands. (Kranenburg heeft een Kerkstrasse, geen Kirchstrasse).
Verder teruggeredeneerd lag was er natuurlijk al Neder Germanië onder de Romeinen, of het Aartsbisschopsdom Keulen waarbinnen er een natuurlijke bestuurlijke lijn langs de Nederrijn lag.
Zelfs voor de stad Groningen was het Rijnland één van de belangrijkste handelsgebieden. Bouwmeesters die de Ommelandse kerken in de 13e eeuw bouwden kwamen er vandaan. De hele Middeleeuwen was Oost Nederland in hoge mate op het huidige Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen gericht, terwijl Holland meer met het Zuiden verbonden was.
De min of meer toevallige uitbreidingsgrens van Bourgondië heeft de Nederlandse Oostgrens bepaald, gefixeerd door Karel V met zijn Pragmatieke Sanctie en bevestigd door de veroveringen van de Staten Generaal.
Maar cultureel is deze grens bij de Nederrijn wel het meest willekeurig.
(Al zou het in Limburg ook wel net zo erg kunnen zijn, maar daar heb ik geen inzicht in, en over de Nederlands-Belgische grens valt natuurlijk ook veel te zeggen, dus misschien heeft mijn betoog geen waarde).
Feit is wel dat in Beek bij Nijmegen de enige annexatie in 1945 door Nederland goed geaccepteerd is door de Duits-Beekse bewoners. Maar de Eltenaars wilden toch weer Duits worden.