Erik Springelkamp Schreef:
-------------------------------------------------------
>
> In Drusus' tijd was het OerIJ nog open.
>
Dat lijkt zeker het geval te zijn geweest en ook in de daarop volgende decennia.
Castellum Flevum aan het Oer-IJ (de Flevum) was een versterking van de Classis Germanica (Rijnvloot), gebouwd rond 15/16 AD.
De erosie door de rivierstroming maakte in 22-25 AD aanpassingen noodzakelijk aan de havenwerken. Ook moest het gedeeltelijk verspoelde scheepshuis vervangen worden.
Tussen 25 en 28 AD vervingen open steigers in de haven nu voor het grootste deel de dichte pieren uit de eerdere periode.
Bron: De vroeg-romeinse versterkte haven van Velsen 1 -Arjen Bosman
Dit duidt op een naar zee geopend Oer-IJ en door de aanslibbing van zand wat problematisch, er moest gebaggerd worden in de haven. Door de open steigers kon het water meer vrij doorstromen.
Of Drusus via de Utr. Vecht – Oer-IJ voer is de vraag. Zijn vloot kon ook de Rijn tot Katwijk hebben genomen en vervolgens langs de kust tot in de monding van het Oer-IJ. De rond de monding verblijvende Frisii schikten zich onder een milde belastingheffing, ze werden bondgenoten.
Rond 4/5 AD werd de versterking bij Vechten gebouwd en waarmee de splitsing Rijn-Flevum kon worden beveiligd. Hier waren patrouilleschepen gestationeerd en bevoeren ongetwijfeld ook de Flevum/Oer-IJ.
In de Flevum moest men langs een eiland varen dat in een meer lag, vervolgens kwam men weer in het Flevum/Oer-IJ
De operaties van Germanicus zijn ook wat minder duidelijk aangaande zijn vaarroute, wel of niet via het Oer-IJ of over het Flevomeer in wording. Wel is het zo dat hij rond 15/16 AD de versterking Flevum liet bouwen en dat lijkt in relatie te kunnen worden gebracht tot zijn vlootoperaties in 15 en 16 AD. Van de Frisii ging toen nog geen dreiging uit die een ‘dwangburcht’ noodzakelijk maakte. Germanicus was met zijn legeroperaties gericht op het verslaan van Arminius en naburige Germaanse stammen (tot zover hierover).
M.b.t. de opstand der Frisii in 28 AD en de belegering van het castellum Flevum waarvan de bezetting de kust bewaakte: De legaat Apronius naderde met een vloot het castellum Flevum en ontscheepte op de moerassige oevers nabij het estuarium. Bron Tacitus Ann. IV. 73.1.
Het estuarium staat in relatie tot een mondingsgebied naar zee en betekent een getijdenstroming, met toevoer van zand.
Het castellum Flevum werd nog herbouwd doch kort daarop verlaten. Rond 39/40 AD keerden de Romeinen echter weer terug en bouwden nabij, wat meer stroomafwaarts, een nieuw en nu kleiner, castellum (Velzen II), ook nu weer als een steunpunt van de Classis Germanica
Dit stond in relatie tot piratenaanvallen van de Chauci (en mogelijk hun buren, de aan de noordkust verblijvende Frisii) op de Gallische kuststreken. De monding moet toen dus nog open zijn geweest daar een vlootsteunpunt werd ingericht. Of een vaargeul naar zee moest worden opengehouden kan zijn geweest (de Romeinen konden baggeren).
In 47 AD voerde Corbulo het bevel over Germania Inferior en trad op tegen de piraten, hun kleine boten werden vernietigd. Het lijkt dat in de voorgaande jaren de Oer-IJ monding dermate verzandde dat een vaart naar zee niet meer mogelijk was. Kort daarop sloot de strandwal zich kennelijk definitief. De vlootoperatie van Corbulo in 47 AD versus de Chauci-piraten verliep over het Flevomeer in wording (drijftillen). Bron: Plinius Maior.
Tot zover maar weer.
Servus,
Vorenus
1 keer gewijzigd. Laatste wijziging: 15/01/2018 19:21 door Vorenus. (
bekijk wijzigingen)