Toen in op Google Maps naar iets aan het zoeken was, viel mijn oog plotseling op enkele plaatsnamen die eindigen op -aken of eigenlijk beter gezegd op -naken.
Na wat uitvoeriger gezocht te hebben ben ik ze geografisch gaan ordenen en de volgorde die ik hier gebruik is derhalve niet willekeurig:
Rozenaken
Oudenaken
Geldenaken
Vissenaken
Kortenaken
Montenaken
Lanaken
Slenaken
Sippenaken
Etenaken
Omdat een plaatje meer zegt dan veel woorden, hier de plaatsen op een kaart verbonden met elkaar door middel van een wandelroute:
(Misschien iets in- of uitzoomen.)
Klik op ‘Meer opties’ om de kaart in Google Maps te bekijken.
Waarschijnlijk hoef ik het niet voor te zeggen wat we hier in beeld hebben: de taalgrens.
Trek een rechte lijn van Roubaix naar Aken (!?!?!?, hoort die er ook bij?) en al deze plaatsen liggen kort boven of kort onder deze lijn.
In een routeplanning van Google Maps kunnen al geruime tijd helaas niet meer dan 10 plaatsen worden opgenomen.
Er moet er eigenlijk nog zeker ééntje bij: Vroenhoven ten zuidwesten van Maastricht, dat had vroeger namelijk de naam Montenaeken. Past prima in de rij.
Één plaats die wat naam betreft wél, maar qua ligging helemaal niet in het rijtje past is Bastenaken. Het is de enige uitzondering die ik heb kunnen vinden. Hoewel …, eigenlijk ligt Bastenaken ook kort bij een taalgrens.
Namen als Hoevelaken en Habraken (Veldhoven) zijn volgens mij echt van een andere orde, maar of ik misschien toch plaatsen over het hoofd zie?
Dat naar mijn idee deze rij plaatsen zo’n merkwaardige afbeelding van de taalgrens vormen, heeft me uiteraard tot verder zoeken aangezet.
En een soort van verklaring heb ik gevonden in het volgende artikel:
Jozef van Loon (2016). ‘Lanaken en de vroegste geschiedenis van Franken en Merovingen’. In: Verslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Vol. 126, nr. 1-2, p.11-76.
Als ik het goed begrepen heb gaat het om zogenaamde acum-namen die in het Romaanse gebied anders evolueerden dan in het Germaanse gebied.
Nu zit het artikel vol met toponymisch abacadabra waar ik vaak geen touw aan kan vastknopen, maar als het klopt wat daar als verklaring gegeven wordt, dan blijf ik toch met de vraag zitten: waarom komen die namen op -naken alleen maar langs de taalgrens voor en niet verder ten noorden daarvan?
Ik vind dat een raadsel waar ik geen soort van verklaring voor kan bedenken en ik hoop dat iemand anders dat wel kan.
Ondanks al de naamkundige abacadabra die ik in het artikel tegenkwam ben ik heel blij dat ik er doorheen gelezen heb, want er staan echt veel razend interessante zaken in. Echt een aanrader!
Groet,
Dagobert
Science: An orderly arrangement of what at the moment seem to be facts.