De fantoomtijd theorie beheers ik niet goed genoeg om er een 'oordeel' over te geven.
Eerder heb ik al wel eens gesteld dat ik een link zie tussen de fantoomtijdtheorie ('
Erfundenes Mittelalter') en wat ik voortaan maar de Verslepingstheorie ga noemen. Beide lijken een verklaring proberen te geven voor het missen van archeologische vondsten op plekken waar ze volgens een traditionele interpretatie van schriftelijke bronnen wel gevonden zouden moeten worden. Qua verklaring lijken ze erg te verschillen en toch zijn er overeenkomsten volgens mij.
Eerst het verklaringsmodel waar ik thuis in ben: de Verslepingstheorie. Die heeft voor mij als focusgebied de traditionele visie op het gebied dat we nu aanduiden met Nederland. De verklaring voor de weinige (tot geen) vondsten - uit een bepaalde tijd - is dat op de verkeerde plaatsen wordt gezocht. Veel zou elders gezocht moeten worden. Bijvoorbeeld in Noord-West Frankrijk, zoals Delahaye als een van de grootste verdedigers van deze theorie heeft gesteld. Dat is ook een kustgebied met rivieren, grenzend aan Brittanniƫ. Maar dan wel honderden kilometers verder naar het Zuid-Westen in vergelijking met de traditionele visie.
Dan de fantoomtijdtheorie als verklaringsmodel. Zoals ik dit nu begrijp (correct me if I am wrong), lijkt dit als focusgebied het gebied te hebben dat we nu Duitsland noemen. De verklaring voor de weinige (tot geen) vondsten - uit een bepaalde tijd - is dat die tijd nooit heeft bestaan. Als ik op
Feikema af mag gaan, dan is er een 'hint' te vinden bij de Gregoriaanse kalendercorrectie. Er zouden te weinig dagen (slechts 10) zijn gecorrigeerd, want volgens de 'officiele' jaartelling zouden er 13 nodig zijn geweest om de jaarlijkse fout aan seconden weer in te lopen. Er zouden dus 297 jaren missen. Dat zouden Gregorius en de zijnen toen al weten, maar het zou 'verdoezeld' zijn door in geschriften van alles aan elkaar te praten. Dat is een hele andere verklaring dan zoeken op de verkeerde plaats.
Deze verklaringsmodellen lijken elkaar natuurlijk tegen te spreken wat de tijdlijn. Of dat ook echt zo is, vereist in mijn optiek meer studie. Als je kijkt naar de argumenten (let wel, ik ga hier even op die site af) dan zie je dat beide verklaringsmodellen er vanuit gaan dat er iets aan de hand is met de traditionele visie op de Karolingers in
Duitsland. Verder wijzen aanhangers van beide verklaringsmodellen op het feit hoe weinig van de Noormannen is teruggevonden. Zo zijn er in Duitsland uit die periode amper tot geen verdedigingsmuren gevonden. Alsof ze de boel maar over zich heen lieten komen. De verwoesting van Keulen zou ook niet terug gevonden zijn. Dat laatste sluit natuurlijk weer aan bij de verwarring over 'Colonia', zoals de Verslepingstheorie aangeeft. Zijspoortje: zelfs Blok stelde in 1978 in een
krantenartikel dat er geen 'Wikingen' in Friesland zaten. Volgens beide theorieƫn is de tiende eeuw een soort schanierpunt in de tijd: vanaf dan kun je weer wat op de traditionele kijk gaan vertrouwen, omdat dan bronnen en vondsten weer in de pas gaan lopen.
Als motivatie voor het 'Grote Knoeien met de Tijd' lijkt streven naar macht en hebzucht te worden aangevoerd. Allerlei partijen zouden in het begin van het tweede millenium vele aktes hebben laten verschijnen, waarbij ze refereerden aan eerder verleend bezit. Dit is dezelfde motivatie die Delahaye - als aanhanger van de Verslepingstheorie - bij Echternach heeft gezien.
Feikema vermeldt verder nog iets - voor mij - opvallends:
"Zelfs de aan Einhard toegeschreven Vita Caroli is een vervalsing. Deze biografie van Karel de Grote is in de twaalfde eeuw verschenen en is een bewerking van de door de Romeinse historicus Suetonius (ca 77- ca 130 na Chr.) geschreven biografie (De vita Caesarum) van keizer Augustus.". Die kende ik nog niet. Dat ga ik zeker nog een keer uitzoeken.
Wat die bronnen betreft vind ik de link met bronnen uit Ierland trouwens wel interessant: hoe vaak wordt in die bronnen gerefereerd aan steden/plaatsen/gebieden in wat we nu 'Nederland' en/of 'Duitsland' noemen. Het wel of niet aanwezig zijn zegt in elk geval iets over in hoeverre bepaalde zaken 'internationale' bekendheid genoten. Zie ook die uitbraken van de pest. Belangrijke vraag is natuurlijk wel in hoeverre die Ierse bronnen weer betrouwbaar zijn.
Of de fantoomtijdtheorie nu de werkelijke verklaring voor het missen van vondsten e.d. is of niet: dankzij het poneren van die theorie door een gepromoveerd wetenschapper lijken traditionalisten (in de zin dat veel bronnen naar Duitsland zijn getrokken) meer archeologisch bewijs aan te moeten leveren. En dat kan alleen maar goed zijn voor de waarheidsvinding.