Het onderwerp valt gedeeltelijk buiten de het onderwerp van dit forum, maar begint er zeker wel in.
De vraag lijkt simpel: tot wanneer was Groningen een deel van Drenthe?
Drenthe was een gouw (Treanth), en werd een graafschap. Er is niet veel bekend over graven van Drenthe vóór het begin de 11e eeuw, als het graafschap van Balderik (van Ada) overgaat naar de Bisschop van Utrecht. Er wordt wel aangenomen dat het ambt eeuwen lang in beheer was van de Hamalandse dynastie, samen met aangrenzende Friese gouwen.
Groningen lag in de Noordelijke punt van Drenthe.
In Groningen lag een koninklijk domein, persoonlijk denk ik dat dit al sinds ca 800 AD, tijdens de bouw van de kerk, het geval was, maar er zijn helemaal geen bronnen over. Bij het domein hoorde een immuniteit in een omringend gebied, alles ten Noorden van de besloten venen tussen Glimmen en Noordlaren en tussen de Drentsche Aa en de Hunze. Hoewel de rechterlijke macht van de Graaf van Drenthe niet gold binnen deze immuniteit, was het gebied wel deel van het graafschap. Tenminste, zo heb ik dat begrepen.
Begin 11e eeuw wordt de Bisschop van Utrecht graaf van Drenthe, en in 1040 krijgt de kerk van Utrecht het koninklijk domein geschonken, met de Bisschop als beheerder. Het gezag over Groningen ligt dus bij de Bisschop die twee petten op heeft: als baas van het domein met bijbehorende koninklijke rechten, en als graaf van Drenthe voor zover die nog een formele status heeft in het Gorecht.
In 1145 benoemt Bisschop Hartbert (een Fries) zijn broer als Prefect in Groningen, waarmee de autoriteit over het Gorecht feodaal belegd wordt bij een leenman, terwijl daarvoor de horige meier van het domein de vertegenwoordiger van het gezag was.
Een zijspoor hier: een aantal prefecten uit de dynastie van Groningen wordt vermeld als ministeriaal, hoewel dat strikt genomen een horige positie was, waar de positie van Prefect toch aan een ridder gegeven was. Dit zal te maken hebben met het feit dat het Bisdom invloedrijke posities zo weinig mogelijk aan edelen gaf en bij voorkeur aan meer betrouwbare ministerialen, en sommige prefecten misschien liever invloed dan status hadden?
Door deze situatie is de vraag of het Gorecht een deel van Drenthe was volkomen theoretisch.
Maar omdat theorie ook interessant kan zijn zoek ik toch naar een moment waarop het Gorecht geen deel meer uitmaakt van het graafschap Drenthe.
Mogelijke momenten:
- bij de vestiging van het koninklijk domein en de immuniteit (ca 800?)
- bij de aanstelling van een Prefect in Groningen (1145)
- wanneer de stad Groningen de grafelijke rechten over zichzelf pacht van de Bisschop (1400)
- wanneer Groningen zich onderwerpt aan de Graaf van Oost-Friesland (1500)
- wanneer de provincie Groningen wordt gecreëerd (1594)
Ik wil nog als getuige roepen de naam van het gebied Drenterwolde, de ontginningen vanuit het Gorecht op de oostoever van de Hunze. In de vroege 14e eeuw roepen Ommelander priesters vanaf de kansel op om de 'Drenten' uit dat gebied te doden, omdat zij de dijken naar Fivelgo doorgestoken hebben om van hun wateroverlast af te komen.
Verder wordt in een Ommelander geschiedenis uit de vroege 16e eeuw Groningen beschreven als de staart van Drenthe die in Frisia doordringt.
Voor de Ommelander buren waren de Groningers dus tot na de Middeleeuwen Drenten.
Moderne Groningers en Drenten daarentegen zien dit helemaal anders. Ik stuit altijd op onbegrip en vijandigheid als ik zeg dat (stad)Groningers eigenlijk Drenten zijn. Een vergelijkbare weerzin als wanneer ik Ommelander Groningers eigenlijk Friezen noem :-)
Maar in het kader van dergelijke zinloze maar beladen identitaire vraagstukken ben ik toch benieuwd welke juridische principes hier toepasbaar zijn.