Tsja. Al die kaarten die je noemt, en waar Lolke er hier één van heeft getoond, zijn gemaakt naar het voorbeeld van Jacob van Deventer, en die eerste echte kaart van het gebied is gemaakt toen Groningen aan de Habsburgers was gekomen.
De eerste echte onafhankelijkheid van de Bisschop was ontstaan in 1500, toen de Stad belegerd werd door Saksen, die heel Westerlauwers-Friesland en grote delen van de Ommelanden al bezet hadden, terwijl ook de Graaf van Oost-Friesland een claim had en het Oosten van de Ommelanden bezet had. Wat betreft de Ommelanden waren deze claims op Keizerlijke goedkeuring gebaseerd, in het langdurige proces om die anarchistische Friese Vrijheid onder een fatsoenlijk Landsheerlijk gezag te brengen.
In die Friese landen zelf hadden beide pretendenten, de Hertog van Saksen en de Graaf van Oost-Friesland, aanhangers onder de Friese adel, die hun status hoopten te verhogen door hun gebieden te besturen met imperiale titels. De bijbehorende veten liepen al eeuwen, en partijen werden wel Schieringers en Vetkopers genoemd, analoog aan Hoeken en Kabeljauwen in Holland. Vanuit Holland waren de claims op Westerlauwers-Friesland al eeuwen oud, en ook vanuit Oost-Friesland waren er al meer dan een eeuw hoofdelingen bezig macht te verwerven in de Ommelanden.
Toen dus de militaire positie van de Stad onhoudbaar werd, hebben de burgers de keuze gemaakt zich aan de Graaf te onderwerpen. Dit gebeurde in een universele volksvergadering op het Martinikerkhof, een zeldzame gebeurtenis, waar normaal gesproken 'het volk' indirect door de wijkhoofden werd geconsulteerd. Alleen bij een zo enorm besluit was unanimiteit nodig. Ook bij de overgave aan Maurits in 1594 zijn er drie zulke volksvergaderingen geweest in opvolgende weekenden, waarbij de eerste twee keer geen unanimiteit bereikt kon worden, en de verdediging werd voortgezet.
De Saksen moesten zich zeer gefrustreerd terug trekken, want de claim van Oost-Friesland was niet slechter dan die van henzelf.
Vóór dat moment waren er allerlei verdragen tussen Stad en Friese Ommelanden, maar dat waren 'samenwerkingsverdragen' tussen verschillende 'landen'. Het doel van de samenwerking was formeel zich gezamenlijk te verdedigen tegen buitenlanders, met name tegen 'Zuiderse Heren'. Groningen was daarbij een machtige vesting, en het onderhoud daarvan werd bekostigd met de opbrengsten van het marktrechten en biermonopolie van de Stad. Ook had de Stad het exclusieve recht op militaire forten in het gebied. Maar afgezien van deze verdragen was er geen landsheerlijke basis voor een eenheid van de gebieden. Totdat Groningen onder Oost-Friesland viel. De Graaf had gezag verworven over de Ommelanden als Friese heerser, hij was uitgegroeid van een Friese Hoofdeling die een officiële Rijkstitel had gekregen, wat geen andere hoofdeling in de rest van Frisia gelukt was.
Groningen - met het Gorecht - was dus gevoegd bij de Ommelanden. Overigens hield de Stad een hoge mate van zelfbestuur, troepen van de Graaf kwamen de Stad niet in, hij kreeg nog net een eigen residentie, min of meer. Nu Stad en Ommelanden voor het eerst formeel onder één heer vielen, werden een aantal samenwerkingsinstituties zonder veel conflict geïntensiveerd.
Ondertussen was Habsburg met deze situatie niet tevreden, en toen de Saksen na een paar jaar hun hele Noord-Nederlandse onderneming opgaven en aan hen verkochten, werd een nieuw militair offensief ingezet. Hierbij kwam de Graaf, die nogal boven zijn macht opereerde op vele fronten, onder grote druk te staan. De Stad zag dat de Graaf het onderspit zou delven, en besloot in 1522 haar kaarten te zetten op de laatste militaire macht in de buurt die nog stand hield tegen de Habsburgers, namelijk de Hertog van Gelre.
De Stad bood zich toen dus - met de Ommelanden - min of meer als eenheid aan de Hertog van Gelre aan. Er was wel Ommelander bezwaar tegen deze procedure, maar het was allemaal nogal chaotisch met voortdurend oorlog.
Direct hierop bezette Gelre ook het Oversticht met Drenthe.
Volgden nog een aantal jaren van oorlog tussen Gelre en de Habsburgers, waarbij Gelre het onderspit ging delven.
Tenslotte erkende de Stad de machtsverhoudingen, en zij onderhandelde met de vertegenwoordigers van Karel V. De deal was simpel: erkenning van Karel als Heer - Groningen probeerde nog dit op Karel's Keizerschap te baseren, maar Karel eiste een persoonlijke erfelijke landsheerlijke titel - betaling van 60.000 guldens belasting per jaar voor militaire bescherming, en behoud van alle rechten en privileges. En hiermee werden Stad en Ommelanden in één deal aangeboden in 1536.
Karel V ging akkoord, waarmee voor hem een kostbare oorlog in Noord Nederland werd afgesloten, en Stad en Lande het meest autonome gebied van de Bourgondische Zeventien Provinciën werd. En met ingebakken grond voor conflict tussen Stad en Land. Waar de privileges van de Stad onder Oost-Friesland nog soepel verlopen waren met een Graaf die in de Ommelanden legitimiteit had, nu lagen de rechten direct vanuit de Stad, terwijl Karel V zich verder niet meer met het bestuur bezig hield. Zijn eerste Luitenant in de Stad heeft na verloop van tijd moedeloos ontslag genomen, omdat de Groningers enkel zijn recht als voorzitter van het gewestelijk gerecht erkenden, maar hem verder geen enkel gezag toekenden. Zo werden de plakkaten tegen de ketters gewoon in de prullebak gegooid, omdat dit volgens de Stad op grond van hun verdrag niet onder de jurisdictie van Brussel viel.
Enfin, terug naar Jacob van Deventer, die in directe opdracht van Karel V en zijn opvolger de hele Nederlanden in kaart bracht. Jacob tekende natuurlijk de grenzen zoals die toen vanuit het standpunt van zijn Heer lagen. Deze grenzen hebben dus geen enkele betekenis voor de oudere geschiedenis. Met name de Ommelanders waren nog lang van mening dat er een stevige grens tussen Gorecht en Ommelanden bestond.
Het verhaal herhaalt zich nog een keer tijdens de Opstand van de Staten Generaal. De Ommelanden nemen deel aan de kant van de opstandelingen, in de hoop hun onafhankelijkheid van de Stad te herkrijgen, de Stad kiest daarom voor het bestaande gezag. En als de Stad na een beleg van 14 jaar weer op het punt staat ingenomen te worden, sluiten ze in 1594 een deal met Maurits, waarbij ze al hun privileges behouden, maar het gezag van de Staten Generaal erkennen, en het stadsbestuur aan de protestanten komt. Maurits gaat hiermee akkoord, omdat een sterke stad een goede afgrendeling vormt voor het Noordoosten van de Republiek, en dat is veel belangrijker dan die Ommelander jonkers. Een soortgelijke afweging als Karel V maakte in 1536.
Overigens zal het nog tot de Franse Tijd duren voordat Ommelanders zich Groningers zullen noemen.
Groningen was de naam van de Stad. Eigenlijk was Stad ook de naam van Groningen.
Ik had laatst een kleine discussie in verband met het toevoegen van lokale namen op plaatsnaamborden, zoals al geruime tijd in Friesland gebruikelijk is, maar waar in Drenthe ook hier en daar mee begonnen wordt. Wat zou er bij Groningen moeten staan? Na enkele suggesties voor 'Grunn', werd toch besloten dat de enig juiste lokale naam 'Stad' zou zijn.
1 keer gewijzigd. Laatste wijziging: 28/07/2020 14:05 door Erik Springelkamp. (
bekijk wijzigingen)