Ik geloof dat de grenzen van het bisdom Utrecht en het aartsdiaconaat Drenthe nog niet zijn langsgekomen. Zoals ik vaker uiteen heb gezet zijn kerkelijke grenzen vrij stabiel geweest in de middeleeuwen.
1) De ommelanden behoren allen tot Münster, met uitzondering van Selwerd-Groningen en de ontginningen vanuit de Hondsrug de oostelijke venen in. Groningen uitsluiten van Drenthe levert op dat ten noorden van de zes dingspelen een kleine Utrechtse appendix aanwezig is in verder Munsters land. Deze appendix toont historisch-geografisch wel een eenheid met zichzelf en met de andere plaatsen op de Hondsrug.
2) Het aartsdiaconaat Drenthe omvat alles ten noorden van de Overijsselse Vecht met uitzondering van Friesland. De Reest is de zuidelijke rivier en binnen dit gebied liggen Vollenhove, Steenwijk, Kuinre en Groningen als Utrechtse versterkingen. Geen van deze plaatsen valt binnen het huidige Drenthe, maar geografisch zijn ze nauw verbonden. Sommige delen zijn Overijssel gebleven, sommige overgegaan naar Friesland terwijl ze kerkelijk overduidelijk dochters van Steenwijk zijn (langs de Linde) en bij de Stellingwerven langs de Kuinder (Tjonger) positioneren de bewoners zich als Friezen om onder de bisschop uit te komen. Oosterwolde komt in de vroege 13e eeuw voor als zetel van een Utrechtse ridder, niet van een Fries. Al deze gebieden (behalve de Hondsrug) wateren af op hetzelfde gebied en behoren dus ook niet verbazend tot hetzelfde aartsdekenaat. Uitzondering hierop zijn de Friezen aan de Tjonger, maar daar zijn de dekenaten buiten Westergo en Oostergo inderdaad ook onduidelijk wat wijst op samenvoegingen e.d.