Ik heb niets ten nadele van Jacob van Deventer willen zeggen hoor. Maar het is nu eenmaal zo dat er vrijwel altijd meerdere mensen werken aan een nieuwe ontwikkeling en dat de naam die blijft hangen vaak slechts van één van hen is. Degene die het eerste publiceert of die het eerste opvalt of de grootste bek heeft. Maar ik wil aan de verdienste van Van Deventer echt niet tornen. Wel aan die van Mercator, maar dat heb ik in
SEMafoor 19.3 op bladzijde 15 al gedaan. Ik kan me dan ook niet voorstellen dat Frisius en Van Deventer een vruchtbare samenwerking met Mercator hebben gehad. De laatstgenoemde heeft voor de cartografie meer kwaad dan goed gedaan en de roem die hem daarbij ten deel is gevallen is niet te bevatten. Waarschijnlijk heeft hij die te danken aan zijn in 1595 uitgegeven atlas, want aan de kwaliteit van zijn kaarten kan het niet liggen. Die kan men beter geografische fantasieën noemen. Echte landkaarten van vóór 1536 kan ik helaas niet laten zien. Het zou voor ons wel fijn geweest zijn als ze al vijfhonderd jaar eerder hadden bestaan. Voor onze discussie zijn de kaarten uit de 16e eeuw op zich niet interessant, behalve dan dat daarop te zien is dat Groningen toen bij Frisia hoorde. Dat Groningen zelfs een Friese oorsprong had was ook de mening van twee van haar geschiedschrijvers uit die tijd (ca. 1500): Wilhelmus Frederici en Sicke Benninge, die onafhankelijk van elkaar tot die conclusie kwamen (
Groningen 1040 hoofdstuk 12).
Ik heb nu ook naar de kroniek van Bloemhof gekeken. Eergisteren dacht ik aan het gebrekkige register van de uitgave van Zuidema en Douma en vreesde dat ik de hele kroniek zou moeten doorspitten, maar tot mijn opluchting bleek het register van de vertaling van Jansen en Janse veel beter. Ik heb alle plaatsen waar Groningen en Drente genoemd worden opgezocht, maar nergens is mij gebleken dat Groningen een Drentse stad was. Dat had ik ook niet verwacht, maar je weet maar nooit. Net zoals andere mensen kijk ik vaak met wat ik maar “mijn eigen bril” zal noemen (hier is die bril het idee dat Groningen een Friese stad was) en dan zou je wel eens iets anders kunnen lezen dan dat er feitelijk staat. Friezen, Frisia en Friesland komen in het register van Jansen en Janse niet voor en dat is ook wel begrijpelijk, want eigenlijk gaat de hele kroniek daarover.
Alleen over een grens ten noorden van de stad heb ik nog niet veel kunnen vinden. Wel blijkt uit hoofdstuk 6 van
Groningen 1040 dat het voor sommige mensen een beklonken zaak is dat Frisia pas ten noorden van de stad begon. In ieder geval voor de schrijver van dat hoofdstuk. De titel ervan luidt “
Koningsgoed in Groningen” en de inhoud ervan is dus geheel gebaseerd op de oorkonde van 1040. Ik durf nu wel te zeggen dat dat een goede reden is om het hele 48 pagina’s lange hoofdstuk over te slaan. Wie het toch niet kan laten om er aan te beginnen krijgt al na één bladzijde een nog veel ernstiger waarschuwing: “
Meer dan eerdere auteurs betrek ik in het onderzoek ook laat-middeleeuwse gegevens, die als rudimenten zijn op te vatten van veel oudere structuren en die daarom retrospectief mogen worden gebruikt.” Dit is een truc die door archeologen vaker wordt gebruikt en die gegarandeerd tot ongelukken leidt (ik verwijs nogmaals naar het artikeltje “
Theophanu in Tiel?” in
SEMafoor 16.3). Alleen in sciencefiction romans kun je de tijd omkeren. En je kunt een film achterstevoren afdraaien. Daarbuiten kun je alleen gevolgen uit oorzaken concluderen en niet oorzaken uit gevolgen. Het is leuk dat de archeoloog of historicus in dit soort gevallen enigszins verontschuldigend zegt dat bepaalde gegevens retrospectief
mogen worden gebruikt. Daaruit blijkt dat hij het zelf eigenlijk al een illegale werkwijze vindt, maar ja hij heeft niets anders en dan
mag het. Hij vertelt er nooit bij van wie dat mag. Van mij niet in ieder geval.
Wie nu toch nog verder gaat lezen krijgt nog wel een paar kleine waarschuwinkjes, zoals “
De itineraria van de verschillende Karolingische, Ottoonse en Salische koningen noemen Groningen noch vóór, noch na 1040. Onze stad verschilt daarmee van plaatsen als Maastricht, Nijmegen Utrecht, Tiel en Deventer.” Maar tenslotte komen we op de tekst die over de noord-es gaat (p.118). Dit was een gebied dat ongeveer rond het huidige Noorderkerkhof ligt, aan de noordwestkant van de oude stad. We lezen daar onder andere “
Op nog geen kilometer afstand begon immers het Friese gebied, dat in de late middeleeuwen beroemd was omdat onvrijheid er niet voorkwam.” Het dichtstbijzijnde stukje Drente ligt hier ongeveer hemelsbreed ruim 5 kilometer naar het zuidwesten, waar het Eelderdiep en het Peizerdiep bij Eiteweerd bij elkaar komen en het Koningsdiep vormen. Maar Van Deventer tekent het dichtstbijzijnde stukje Drente in het zuiden bij Hoorn en Essen. Corpus den Hoorn ligt hemelsbreed ca. 3½ km. ten zuiden van het Noorderkerkhof en Essen bijna 5 km. ten zuiden ervan. De noord-es van Groningen lag dus ruimschoots in Frisia, waar onvrijheid niet voorkwam. Maar het wordt nog gekker. Op p.130 gaat het over het Cortinghuis: “
De ligging lijkt op die van Selwerd: aan de andere doorgaande weg naar het Friese gebied, de Bedumerweg of Kleiweg.” Het Cortinghuis lag in de huidige wijk
De Hoogte aan de noordkant van de stad, niet ver van de spoorweg naar de Eemshaven. Corpus den Hoorn ligt een kleine 5 km. ten zuiden van De Hoogte en Essen bijna 5½ km. Waar Erik Springelkamp zich de grens aan de noordkant van de stad gedacht heeft is me nu wel ongeveer duidelijk, maar wie dit allemaal bedacht heeft weet ik nog niet. Kan iemand me een tip geven?
Alles overziend kom ik weer tot de conclusie dat Groningen een Friese stad is. Ik kan geen tekst vinden die op iets anders wijst. Alleen de oorkonde van 1040 en de archeologen spreken die conclusie tegen. De Archeologen twijfelden er blijkbaar geen ogenblik aan dat de oorkonde de werkelijke situatie in 1040 weergaf. Misschien wisten ze niet dat oorkonden vaak een wensdroom weergeven in plaats van een realiteit. Maar Van Giffen en Waterbolk wilden er toch heel graag iets Drents bij vinden en kregen natuurlijk hetzelfde probleem als ik: iets Drents is er niet. Weet je wat? We zeggen dat een paar straten in de stad op die van een Drents dorp lijken, dan hebben we wat. Kijken of het volk er tevreden mee is. Ja, het volk was er tevreden mee.
Het zal geen kwade opzet geweest zijn. En je blijft er blijkbaar fysiek gezond bij, want voor zover ik dat na kan gaan leeft Waterbolk nog steeds. Op de lagere school (voorloper van de basisschool) moest hij waarschijnlijk net als ik op tijd naar bed en het licht moest dan uit want je moest echt gaan slapen, anders kreeg je kinderverlamming. De oplossing was een fietslampje en een beltransformator (een zaklantaarn vrat batterijen en geld daarvoor had je niet), alles een beetje listig weggewerkt natuurlijk. En zo kon je onder de dekens lezen over Schliemann en het goud van Troje. Je wist zeker dat je, als je later groot was, archeoloog zou worden. Sommigen zijn ook echt archeoloog geworden. Nadat ze jarenlang in de vuilnisbelten van verre voorouders hadden rondgekropen kregen ze soms visioenen. Sommigen zagen overal Friese koningen en anderen zagen Drentse dorpen. Maar omdat ze mannen van gezag waren geworden gingen ze dat ook allemaal opschrijven.
En zo kreeg Lolke z’n koningsgoed. Maar er is geen postzegel bewijs dat Groningen in de vroege middeleeuwen iets met koningen te maken had. Alleen de oorkonde van 1040 heeft het over een koning. En die oorkonde is zo echt als een bankbiljet van 13 euro. Volgens Lolke is het vrij simpel om te bepalen waar Drente lag, je kijkt gewoon waar het ‘hoog’ is. Volgens de provinciale hoogtekaart ligt het Noorderkerkhof op ongeveer vier meter boven N.A.P. en De Hoogte op ongeveer één meter boven N.A.P. Is dat hoog genoeg? Deze hoogtes zijn vastgesteld met behulp van de Provinciale hoogtekaart (blad 5) die met kleuren werkt. Soms vind ik het moeilijk om de juiste kleur te kiezen. Ik kan er dus een metertje naar boven of beneden naast zitten. (
hoogtelijnen provincie groningen, afd. landschapsinrichting, febr. 1990. Milieu- en landschapsonderzoek P.P.D. – Groningen, kaarten plus toelichting)
Ik kan voor MWB niets doen. Ik heb geen verstand van grenzen van bisdommen en diaconaten en ik weet ook niet wat wel en niet hun invloed is of zou kunnen zijn. Sorry MWB. Misschien kun je er zelf iets meer over vertellen, of zeggen op wat voor manier ik snel kan bijleren.
Groet,
Ruud