Ruud Schreef:
-------------------------------------------------------
> Het verhaal over een Drentse stad Groningen is
> gebaseerd op het bestaan van twee zeer dubieuze
> oorkonden, die gemeenschappelijke trekjes hebben.
> Op p.76 van Groningen 1040 merkt R.I.A. Nip over
> de oorkonde van 1040 het volgende op:
>
> ”De arenga is zeer uitgebreid en stemt
> woordelijk overeen met die van de oorkonde van
> 1024, waarmee de keizer het graafschap Drente aan
> de bisschop overdroeg. Een dergelijke omvangrijke
> arenga komt verder nergens voor in de stukken die
> afkomstig zijn uit de kanselarijen van de Duitse
> keizers.”
>
> De arenga is de vrome tekst waarmee de oorkonde
> begint. Als die (in die vorm) nergens anders
> voorkomt in de kanselarijen van de Duitse keizers,
> dan zijn de oorkonden zelf daar mogelijk ook niet
> uit afkomstig.
Ruud, het verbaast me toch enigszins hoe stellig je bent over de echtheid, of moet ik zeggen de valsheid, van de Groningse oorkonde van 1040.
Ik zit best wel vaak in oorkonden te neuzen en snap ook wel een beetje hoe die in elkaar steken, maar heel ver kom ik daar niet mee. Zo weet ik wel dat oorkonden bestaan uit standaard onderdelen rondom de feitelijke kern (de disposito).
Al vaker ben ik op internet aan het zoeken geweest naar een stuk (basale) oorkondenleer, want ik zou daar best wel wat meer over willen weten. Ik krijg het vooralsnog helaas niet gevonden.
Het zoeken naar aanwijzingen in oorkonden waaraan af te lezen valt dat een oorkonde vervalst moet zijn (of wat minder zwaar: vervalst zou kunnen zijn) laat ik dan ook graag aan specialisten over.
Zeker is, dat de Groninger oorkonde van 1040 inhoudelijk moeilijk te interpreteren is. De kern, de disposito, is gewoon op meerdere punten moeilijk te begrijpen. En in die zin is het bevreemdend dat het op die manier is opgeschreven. Maar dat komt beslist ook bij veel andere oorkonden voor en is naar mijn idee geen reden om te spreken over vervalsing.
Het enige argument dat je voor vervalsing hebt ingebracht betreft de arenga.
In deze oorkonde volgens mij dit hele stuk:
“Cuncta que aut possidemus […] sed hic amittimus.”
Dat is best een lange arenga en inderdaad zoals je al aanhaalde van R.I.A. Nip, woordelijk gelijk aan de arenga van de oorkonde van 1024 (Hendrik II).
Maar ook de oorkonde van 1025 (Koenraad II) heeft exact dezelfde arenga.
Toch is de klerk die de oorkonde van 1025 (Vdalricus) schreef een andere dan die de oorkonde van 1040 schreef (Theodericus).
In de oorkonde van 1024 is de naam van de klerk volgens mij niet met naam genoemd, maar ik vermoed dat het ook Vdalricus is (in andere oorkonden ook wel Adalricus of Odalricus).
De twee ‘andere’ oorkonden van 1040, respectievelijk Uffelte+Wittele+Peelo en Leermens+Eenum zijn weer door Theodericus geschreven en hebben een bescheiden arenga, de eerste toch ook weer een beetje langer.
Ook de oorkonde van 1046 (opnieuw Drenthe) met een tamelijk korte arenga is weer door Theodericus geschreven.
Ik weet niet goed wat ik hier van moet denken. Werd een arenga steeds opnieuw ‘ter plekke’ bedacht? Hadden de klerken boeken met voorbeelden waaruit ze konden kiezen? Werden arenga's vaak woordelijk hergebruikt? Kregen belangrijkere oorkonden bij voorkeur ook een omvangrijkere arenga? Etc. etc.
De bewering van R.I.A. Nip dat de lange arenga van ‘1024’ en ‘1040’ (maar dus ook '1025') nergens anders voorkomt in stukken van de Duitse keizers, heb ik na wat zoekwerk niet kunnen weerleggen, maar ik probeer de waarde van zijn bewering in te schatten. Ik zie grote verschillen tussen oorkonden waar het de arenga betreft. Dus ik zou op basis daarvan geen uitspraak durven doen t.a.v. echtheid.
Zover ik weet is er onder de specialisten ook niemand meer die de echtheid van de Groninger oorkonde van 1040 in twijfel trekt.
Daarom ben ik er toch wel benieuwd naar, of je jouw standpunt in deze wat meer onderbouwing zou kunnen geven.
Wat we ook niet uit het oog mogen verliezen is het gegeven dat zelfs een valse oorkonde inhoudelijk correcte informatie kan bevatten.
Groet,
Dagobert
Science: An orderly arrangement of what at the moment seem to be facts.