Ik wil hier de discussie voortzetten over de aard van koningsgoed en immuniteit in relatie tot graafschap, in de Vroege Middeleeuwen.
Enkele citaten over deze kwestie:
Dirk Jan Henstra, Friese graafschappen tussen Zwin en Wezer
Quote
Henstra
Voorzover geestelijke eigendommen koninklijke immuniteit genoten was de graaf in het algemeen niet bevoegd zich in die domeinen met rechtshandhaving te bemoeien; die taak was weggelegd voor de door de geestelijkheid aangestelde wereldlijke voogden. Waar geen immuniteit bestond had de graaf de plicht tot bescherming van de mensen behorend tot zijn graafschap.
Een bijkomende functie van de graven kon zijn het toezicht op het beheer van de koninklijke domeinen (koningsgoed), waarbij hij de door de koning gestelde instituties inzette, zoals gerechtsplaats voor de lagere rechtspraak over de ingezetenen, het innen van belastingen, renten en pachten, tolrechten, muntrechten enz. Deze bevoegdheid van de graven gold overigens alleen in de 9e eeuw onder de Karolingers, maar werd in de 10e eeuw niet onder de Ottonen voortgezet. Onder laatstgenoemde koningen werden voor de koningsgoederen die immuniteit genoten afzonderlijke voogden aangewezen.
P.N.Noomen, Koningsgoed in Groningen (Groningen 1040)
Quote
Noomen
In het algemeen vormden koninklijke goederen een immuniteit, een aparte rechtskring, die in sommige opzichten aan de gewone grafelijke rechtspraak onttrokken was.
...
Koningsgoed stond namelijk tevens ten dienste van vertegenwoordigers van het rijksgezag: de graven, de bisschoppen en de abten van de grote rijksabdijen.
Bert Tuin en Jasper Huis in 't Veld (archeologen),
Groningen voor 1040, Jaarboek Groningen 2020
Dat jaarboek kwam gisteren binnen met de post, en bevatte dit artikel over de opgravingen uit 2008-2012 ten Oosten van de Grote Markt in verband met de bouw van het Forum. Ik zal nog wel meer aandacht aan dat artikel besteden.
Quote
Bert Tuin en Jasper Huis in 't Veld
Hoe dan ook lag er op de hoek van de Grote Markt Oostzijde en het Martinikerkhof een uitzonderlijk rijk erf. De hamvraag voor de geschiedenis van Groningen is vervolgens: van wie was dat erf? Wat was de status ervan? Op grond van de archeologische waarnemingen en de historische context lijkt op dit moment het meest waarschijnlijk dat het terrein in de 9e en 10e eeuw een hof van het Karolingische, koninklijke domein was. De koning zelf is hier waarschijnlijk nooit geweest. Namens hem oefende een graaf het gezag in Drente uit. De hof was de plaats waar de graaf of een schout namens hem recht sprak, belastingen inde, zijn onderdanen aan het werk zette en af en toe verbleef. In 1040 kwam de hof in bezit van de bisschop van Utrecht.
De immuniteit van zo'n koninklijk domein was niet bedoeld om het gebied af te scheiden van het graafschap, want dat zou het doel van het goed, een regeringscentrum voor het graafschap, te niet doen. Maar de graaf was een dienaar van de koning, en die kon natuurlijk niet formeel boven het gezag van het koninklijk bezit gaan.
Voor interne aangelegenheden was het koningsgoed autonoom, maar het was wel bedoeld om het koninklijk gezag over het hele graafschap uit te oefenen, via de graaf, in een voldoende prestigieuze omgeving die niet onderworpen was aan allerlei plaatselijke gewoonterechten.
Ook als de Bisschop de grafelijke rechten over Drenthe verkrijgt, houdt dit hof deze bestuursfunctie voor heel het graafschap Drenthe. In de Narracio wordt duidelijk beschreven hoe de Bisschop tijdens zijn vierjaarlijkse tour van (het graafschap) Drenthe na zijn binnenkomst in Coevorden door (het schoutschap) Drenthe trekt en tenslotte in Groningen de hoge rechtspraak voor het hele graafschap afhandelt en de verschuldigde belastingen van het hele graafschap int (en de hoge boetes van de rechtspraak). Al wordt er niet met zoveel woorden over een graafschap gesproken, maar dat zal ook te maken hebben met dat een
Graaf in deze tijd zich had ontwikkeld van een dienaar van de Koning tot een meer autonome landsheer, net als een Prinsbisschop, maar zo'n Prins zal weinig behoefte gehad hebben om de term Graaf of graafschap te gebruiken.