Re: Project Saksen, update
| 22 februari 2021 16:39 |
Het werk aan mijn Project Saksen vordert gestaag.
Toen ik er aan begon had ik niet durven vermoeden dat dit zo’n omvangrijk werk zou worden. Had ik het wel geweten, dan had ik misschien geaarzeld om eraan te beginnen. Maar eenmaal bezig heb ik nog geen moment spijt gehad. Het is gewoon ontzettend leuk om te doen, ik haal er veel voldoening uit.
Sommige bronnen vormen een harde dobber. Het kost vaak enorm veel tijd om alle relevante gegevens bij elkaar te zoeken. Geen enkele bron staat in die zin op zichzelf en sommige bronnen hebben - voor mij - ineens onverwachte connecties met andere bronnen.
Ook komt het meermaals voor dat ik bij het herlezen van wat ik bij de reeds ‘afgehandelde’ bronnen heb beschreven, besluit om passages te herzien.
Sinds de vorige update hier (20 dec. 2020) zijn nu extra te vinden de bronnen met de nummers 5, 7, 8, 28 en 44.
Met bron nummer 44 Epitaaf van Caedwalla ben ik heel lang bezig geweest. Al met al een zeer boeiende exercitie met veel interessante vertakkingen.
Zonder het onder de bibliografie genoemde artikel van Sharpe uit 2005 was ik zeer waarschijnlijk niet zover gekomen. Dat heeft zeer goed geholpen. Hoewel ik veel daaraan te danken heb, ben ik m.b.t. de interpretatie toch ook mijn eigen weg gegaan. Zeker waar het de interpretatie van de specifieke vermelding van de Saksen betreft.
Op zichzelf voegt deze bron weinig toe aan het algemene beeld van de Saksen vóór 700 AD en ik moet er goed voor waken dat ik die missie niet uit het oog verlies.
Voor deze bron en ook voor de andere typische Angelsaksische bronnen geldt dat ze handelen over de Germaanse koninkrijkjes in Britannia waarvan de elite (en de gewone bevolking?) in een aantal van die rijkjes zichzelf ziet als Saksen en ook door buitenstaanders zo genoemd worden. Maar wel verdeeld in meerdere ‘Saksen-stammen’.
De volgende stap zal zijn om allereerst de andere Angelsaksische bronnen af te handelen: de oorkonden (49) en Aldhelm (50). Daar gaat niet heel veel ‘nieuws’ uit voortkomen.
Of ik ook nog de Vita Columbae (51) en de Vita Cuthberti (52) ga doen, weet ik nog niet. Daar verwacht ik helemaal weinig nieuws te leren en we zitten dan ook echt al op de grens van 700 AD.
Overigens sta ik weer open voor op- of aanmerkingen, adviezen of wat dan ook.
Link: Nifterlaca :: Saksen, indexpagina
Groet,
Dagobert
Science: An orderly arrangement of what at the moment seem to be facts.
Toen ik er aan begon had ik niet durven vermoeden dat dit zo’n omvangrijk werk zou worden. Had ik het wel geweten, dan had ik misschien geaarzeld om eraan te beginnen. Maar eenmaal bezig heb ik nog geen moment spijt gehad. Het is gewoon ontzettend leuk om te doen, ik haal er veel voldoening uit.
Sommige bronnen vormen een harde dobber. Het kost vaak enorm veel tijd om alle relevante gegevens bij elkaar te zoeken. Geen enkele bron staat in die zin op zichzelf en sommige bronnen hebben - voor mij - ineens onverwachte connecties met andere bronnen.
Ook komt het meermaals voor dat ik bij het herlezen van wat ik bij de reeds ‘afgehandelde’ bronnen heb beschreven, besluit om passages te herzien.
Sinds de vorige update hier (20 dec. 2020) zijn nu extra te vinden de bronnen met de nummers 5, 7, 8, 28 en 44.
Met bron nummer 44 Epitaaf van Caedwalla ben ik heel lang bezig geweest. Al met al een zeer boeiende exercitie met veel interessante vertakkingen.
Zonder het onder de bibliografie genoemde artikel van Sharpe uit 2005 was ik zeer waarschijnlijk niet zover gekomen. Dat heeft zeer goed geholpen. Hoewel ik veel daaraan te danken heb, ben ik m.b.t. de interpretatie toch ook mijn eigen weg gegaan. Zeker waar het de interpretatie van de specifieke vermelding van de Saksen betreft.
Op zichzelf voegt deze bron weinig toe aan het algemene beeld van de Saksen vóór 700 AD en ik moet er goed voor waken dat ik die missie niet uit het oog verlies.
Voor deze bron en ook voor de andere typische Angelsaksische bronnen geldt dat ze handelen over de Germaanse koninkrijkjes in Britannia waarvan de elite (en de gewone bevolking?) in een aantal van die rijkjes zichzelf ziet als Saksen en ook door buitenstaanders zo genoemd worden. Maar wel verdeeld in meerdere ‘Saksen-stammen’.
De volgende stap zal zijn om allereerst de andere Angelsaksische bronnen af te handelen: de oorkonden (49) en Aldhelm (50). Daar gaat niet heel veel ‘nieuws’ uit voortkomen.
Of ik ook nog de Vita Columbae (51) en de Vita Cuthberti (52) ga doen, weet ik nog niet. Daar verwacht ik helemaal weinig nieuws te leren en we zitten dan ook echt al op de grens van 700 AD.
Overigens sta ik weer open voor op- of aanmerkingen, adviezen of wat dan ook.
Link: Nifterlaca :: Saksen, indexpagina
Groet,
Dagobert
Sorry, alleen geregistreerde gebruikers mogen berichten plaatsen in dit forum.