Allerlei flappen aan of op boeken lees ik eigenlijk nooit, want daar blijkt altijd uit dat dit het meest fantastische boek ter wereld over het onderwerp is (een stijl die is overgenomen in het programma
Podium Witteman, waar alleen wereldwonderkinderen in optreden). Met die negen bedoelde ik niet het aantal naamvallen (het is trouwens de vraag of er daar zes van zijn, vooral de ablatief kan voor van alles gebruikt worden, ook bij die naamvallen speelt de ervaring van de gebruiker een rol mee, zoals trouwens voor alle grammaticale verschijnselen), ik vermeldde alleen de verbuigingen die ik onder die negen gevallen waarnam. Misschien heb ik ook niet alle voorkomens goed geteld en zijn het er tien of elf, in ieder geval is het opvallend dat 'Nijmegens' wel ruim voorhanden zijn, maar dat Speyer ontbreekt. Terwijl er daar een hele verzameling koningen en keizers begraven ligt en in Nijmegen niet één. Ook zijn er in Speyer veel Rijksdagen geweest en in Nijmegen niet één (al wordt er zonder enig bewijs wel anders beweerd). Dat was mijn boodschap. Hoewel ik aanvankelijk niets zag in de theorie dat Aquisgranni in Italië lag beginnen de
Annales Regni Francorum nu toch wel twijfel bij mij te zaaien. Vooral omdat er ook in en bij Aken geen spoor is van Karolingen. Als je op zoek gaat naar koningen en keizers uit de vroege middeleeuwen kom je waarschijnlijk niet verder dan Maastricht. Als de Peutinger-kaart er niet was geweest, dan was Nijmegen misschien wel nooit met de naam Noviomagus geassocieerd. Hoewel Albert Delahaye zelf van zijn eigen werk een ramp heeft gemaakt valt zijn vermoeden dat de gebruikelijke geschiedenis van Nederland in de vroege middeleeuwen wel geschrapt kan worden moeilijk te weerleggen (m.u.v. Maastricht dan).