Dat Nijmegen mijn waardering zowel in historisch als in persoonlijk perspectief maakt voor de redenering natuurlijk geen moer uit. En dat het geschiedenis verhaal over Nijmegen aan verandering onderhevig is vind ik vooral leuk en spannend.
Ik geniet van de luxe om de plekken waar het om gaat kan bezoeken. Vanochtend nog langs de Holdeurn en Meerwijk gelopen waar de inspanningen van de Romeinen nog altijd hun sporen nagelaten hebben in het landschap. Holwerda overigens ook met zijn iets te rigoreuze opgraving op de Holdeurn.
Het bied ook de mogelijkheid om vanuit een sociaal-geografisch perpsectief te kijken. Ik baal er daarom ook af en toe van dat ik mijn oma, die in Nijmegen Oost opgegroeid is nooit gevraagd heb hoe zij tegen de Broerdijk aan keken. Bijna dagelijks passeer ik het laagste punt in de weet dat er daar 85 jaar gelden nog een dijk lag van 5 á 6 meter hoog.
Maar of Karel nu wel of niet in Nijmegen geweest is maakt voor mijn waardering van Nijmegen niks uit. Ik zou het in alle oprechtheid hilarisch vinden als dat daadwerkelijk weerlegd kan worden.
Ik sta dan ook niet wantrouwend tegenover de inscriptie over Frederik Barbarossa, maar ik heb er wel moeite mee als er t.a.v. de vraag of er een palts van Karel de Grote op het Valkhof gestaan heeft er meteen geschermd wordt met archeologische bewijsvoering die zou ontbreken, en dat er t.a.v. een inscriptie uit de 12e eeuw het archeologische argument niet meer relevant lijkt te zijn.
Ten aanzien van Romeinse bouwwerken binnen de grachten weten we zo ongeveer net zoveel of net zo weinig als van een palts van Karel de Grote ter plekke.
We kunnen inderdaad, wat mij betreft zonder twijfel, er vanuit gaan dat toen men in de twaalfde eeuw met bouwwerkzaamheden begon op de Valhofheuvel er iets was wat men destijds herkende als Romeins. En ik zou ook zeggen dat het gegeven dat hij de stad kent als Neomagi dat die naam voor Nijmegen al langer in omloop was. Wat dus ook de mogelijkheid dat vroegere vermeldingen van Niumaga en varianten op Nijmegen betrekking kunnen hebben.
Dat zegt echter nog niks over de juistheid van de twaalfde eeuwse constatering dat het Romeinse restanten waren. Laten we wel zijn, hoe vaak hebben zelfs gestudeerde historici en archeologen niet mis gekleund met dateringen? Het is niet onmogelijk dat Frederik Barbarossa het verkeerd ingeschat heeft.
De veronderstelde liefde van Karel de Grote voor het Romeinse kan ook een reden geweest zijn om een nieuw gebouw een vorm te geven die 300 jaar later, mogelijk zelfs half ingestort, als Romeins herkend werd.
De Nicolaaskapel stond er al. Dus
of hij heeft die ook beschouwd als Romeins
of hij heeft gezien dat er naast de Romeinse invloeden later ook nog bouwactiviteiten geweest zijn. En dan vind ik de vernoeming van Julius Caesar (als representant van alle Romeinen) als stichter geen ontkenning van dat er daarna nog aanpassingen en/of nieuwbouw gepleegd is.
En ook dat is niet omdat ik perse Karel in Nijmegen gehad wil hebben, maar om wille van het argument. De conclusie dat er niets anders was dan (restanten van) Romeinse gebouwen volgt niet onherroepelijk uit de inscriptie.
Enkel aan de hand van die inscriptie zonder archeologische vondsten blijft dat gespeculeer.
Je kwetst mij niet hoor als je de Nicolaaskapel als armoedig typeert. Dat mag je helemaal zelf weten, ik denk alleen dat het geen recht doet aan de context, zoals bijvoorbeeld dat het 1000 jaar oud is. Wat hebben we in Nederland nog meer van die leeftijd? En ook niet als je het vergelijkt met de Dom van Speyer. Het is geen Dom, het is geen parochiekerk, het is een kapel. En het meest waarschijnlijke is dat Otto III er opdracht toe gegeven heeft ter nagedachtenis van zijn moeder. Het verhaal van Elizabeth den Hartog zit goed in elkaar, en ze doet ook recht aan het bouwhistorisch onderzoek dat de kapel dateert op 1030. Ze geeft een goede toelichting waarom dat onderzoek de mogelijkheid van 30/35 jaar eerder niet uitsluit, en waarom Otto als opdrachtgever het meest waarschijnlijk (ze herhaalt overigens niet enkel, ze komt met nieuw materiaal).
Dus in die zin is het misschien eerder te vergelijken met kapelletjes die mensen langs de kant van de weg oprichten ter nagedachtenis van gevallen. Dan klinkt het is predikaat "armoedig" wel weer anders.
Dus onze kijk daarop, en het predikaat dat we gebruiken is een kwestie van waar we de kapel mee vergelijken.
Die gidsen zijn ook maar enthousiaste vrijwilligers die volgen wat op dat moment het meest gangbare verhaal is. Ik vind het altijd bijzonder hoe ze met groot enthousiasme hun kennis delen.
Ik was er dit voorjaar met een jonge vriend van 11 en de gids die we toen hadden vertelde ook dat er verschillende opvattingen waren over de ouderdom. En dat ze Karel niet noemde vond ik geen verrassing. Misschien dat er hier nog een enkeling is die het in de volksmond nog Karolingische Kapel noemt, maar dat is een uitstervende soort.