kleon Schreef:
-------------------------------------------------------
>
> Laten we ook niet de paltsen in het Luikse
> vergeten: Chèvremont, Jupille en Herstal. De
> eerste ligt nabij Chaudfontaine (warm
> waterbronnen!) en schijnt Pepijn van Herstals
> favoriete plek te zijn geweest. Hij vestigde er
> een klooster en ligt er mogelijk begraven.
(Vaux-sous-)Chèvremont bij Luik. Grappig: in Zuid-Limburg is er ook een Chèvremont (dat weer verbonden is met Kievermont bij Geel).
Volgens mij zijn al de verhalen rond Pepijn, zijn vrouw Begga en zijn vermeende begraving daar niks dan late legenden. Niks concreets in de bronnen, niks in de archeologie.
Chèvremont is zonder twijfel wel een strategische plek en zo’n locatie lokt hoe dan ook verhalen uit. Maar ik ken dus geen enkele min-of-meer betrouwbare bron die deze locatie noemt als verblijf van Merovingen, Pippiniden en/of Karolingen. Maar ik laat me graag corrigeren!
Te triest voor woorden: de site (basiliek, klooster en bijgebouwen) is vorig jaar door de Karmelieten verkocht aan een projectontwikkelaar. De bedoeling is dat er ongeveer zeventig wooneenheden/appartementen gaan komen. Dat worden natuurlijk onbetaalbare ‘flatjes’.
Natuurlijk is er ook sprake van historisch erfgoed waarmee men rekening gaat houden etc., maar ik word hier niet blij van.
> Karel
> de Grote gaf de voorkeur aan Herstal, voordat hij
> de Akense palts liet bouwen. Bij mijn weten zijn
> er van geen van drieën overblijfselen bewaard.
Nee geen archeologische resten van paltsen, niet in Herstal, niet in Jupille, niet in Chèvremont.
Ook niet in Attigny, niet in Thionville, niet in Douzy, …
De enige locatie die ik ten noorden van de Seine en ten westen van Aken heb kunnen vinden (vanuit de Annales R.F.) met iets van een archeologische ondersteuning, is dus Quierzy.
Al blijft de archeologie aldaar toch een beetje vaag.
Ik heb het artikel uit 1985 gelezen:
Georges Samson 1985. ‘Essai de datation du site carolingien de Quierzy-sur-Oise(Aisne)’ In:
Revue archéologique de Picardie. N°1-2, p. 132-136.
In figuur 1 wordt keurig aangegeven waar de “Emplacement du palais carolingien” zich bevindt (nr. 3) maar waar ze het verder over hebben is volgens mij een site ten zuiden van de kerk.
Daar had die Duitser kennelijk ook al onderzoek gedaan en daar spreken ze over Merovingische vondsten waaronder talrijke stenen sarcofagen. En verder niks concreets. Dus waarom het in de titel van het artikel gaat over ‘datering van de Karolingische site’ is mij een beetje een raadsel.
Als je al deze westelijke locaties qua archeologie met elkaar vergelijkt, dan lijkt Nijmegen nog best hoog te scoren

.
Groet,
Dagobert
Science: An orderly arrangement of what at the moment seem to be facts.