Dagobert Schreef:
-------------------------------------------------------
> De quasi joviale stijl waarin de bewuste persoon
> zijn lezingen gewoonlijk houdt, vind ik niet heel
> erg aantrekkelijk.
Nee. Ik had deze lezing in de serie dan ook aanvankelijk overgeslagen.
Maar door deze draad ook die over de Drusus grachten bekeken.
Daar komt Jan Verhagen, in het kader van de geografie van de Rijnmonding, met een fragment van Plinius aanzetten (Naturalis Historia IV, 29) waarin tussen Helium en Vlie eilanden liggen, bewoond door: Friezen, Chauken, Frisiavonen, Sturiërs en Marsaciërs.
Dit impliceert dat er ten Westen van het Vlie nog Chauken woonden.
Ik ken natuurlijk Tacitus, die vermeldde dat de Friezen de kust tussen tussen Rijn en Eems bewoonden, maar Tacitus is geen historicus of geograaf, maar ideologisch columnist, en bij hem moest alles, net als bij Cicero, in afgeronde rijtjes, als een burgerlijke schoorsteenmantel, opgediend worden, dus passen de stammen in die opsomming allemaal keurig groten en kleinen in afgepaste hokjes.
Buiten dit fragment van Tacitus, worden Romeinse Friezen vooral duidelijk in Noord Holland geplaatst, terwijl de vermeldingen van wierdebewoning op de kwelders op Chauken slaan.
Ik vind het al met al nog helemaal niet uitgesloten dat al die wierdebewoners in de Romeinse tijd Chauken waren, terwijl de Friezen de duinen en venen van Holland bewoonden.
Extra aantrekkelijk aspect van deze hypothese is dat het de moderne Friezen op de kast jaagt.