Bron:
https://www.picuki.com/media/2318183229598837968
'Zicht op Sint-Martens-Lennik vanuit Sint-Kwintens-Lennik over het dal van de Slagvijverbeek'
Geen woest insnijdende bergbeek, maar een kabbelende sedimenterende waterloop in een opslibbende moerassige dalvlakte. Sedimenteren = dichtslibben = verleggen. Er lijkt geen sprake van een vast bed.
Bodemkaart van Belgiƫ, 101 W, p 21.
"Het afgespoeld materiaal werd deels als colluvium afgezet aan de voet van de steile hellingen en in de depressies, deels door het water weggevoerd naar de rivieren, waarbij het soms langsheen de waterloopjes sedimenteerde (alluvium). Kleine lemige oeverwallen, dikwijls slechts een tiental meter breed, komen inderdaad voor langs de voornaamste beken, vooral op plaatsen waar de beekvalleien een zekere breedte (meer dan 100 m) bereiken."
Tot zover mijn verkenning van de waterlopen. Ik denk inderdaad dat het van beperkte invloed is. Het zou natuurlijk mooi zijn als de bronbeken Ter Heide en Ten Ham e.d. Romeinse sprengen (lastig aan te tonen) blijken te zijn.