Dank voor deze boeiende respons.
Soms begin ik maar wat te ‘kletsen’ en weet niet waar ik uit ga komen. Uiteraard lees ik meermaals terug wat ik geschreven heb en probeer er dan wat meer lijn in te krijgen en wat plooien glad te strijken, maar eigenlijk is het nooit ‘af’.
Dus respons als deze waardeer ik enorm.
En misschien is mijn respons hieronder ook maar weer ‘geklets’?
> Naar mijn mening wist Hiëronymus behoorlijk goed
> hoe West Europa in zijn tijd in elkaar zat. In
> Trier zat hij midden tussen de Germanen, zowel
> Romeinse burgers maar ook bezoekers van over de
> grens. Hij zal dus, als notabele, contacten gehad
> hebben met belangrijke Franken,
In eerste instantie zette me dit aan om eens nader te bekijken waar het vandaan komt dat H. in Trier zou zijn geweest. Blijkt dat hij daar zelf erg spaarzaam over is. Uiteindelijk heb ik gevonden waar dat vandaan komt. In brief nr. 3 (374/5, begint met: Plus Deum tribuere) schreef hij dat hij na zijn studie in Rome, ‘nu’ verbleef “ad Rheni semibarbaras ripas”. Dit wordt geïnterpreteerd als Trier, geholpen door het gegeven dat exact dezelfde omschrijving voorkomt in een panegyriek voor Valentinianus I in 369 AD.
Trier herbergde toen het keizerlijke hof en H. was er kennelijk op uit om carrière aan het hof te maken. Hij kwam echter in aanraking met asceten en de
Vita Antonii van Athanasius en werd gegrepen door de ascetische/monastieke leefwijze.
Zijn verblijf in Trier zou niet meer dan enkele jaren hebben geduurd.
> die hem verteld
> zullen hebben dat er ten Noorden van de Franken
> Saksen woonden. Want dat is wat hij opschrijft.
Op het moment dat H. de
Vita Hilarionis schreef was hij al weer zo’n vijf jaar in het oosten en ca. 15 jaar weg uit Trier. Het is best mogelijk dat hij nog contacten met Franken heeft onderhouden, nadat hij zich definitief in het Midden-Oosten gevestigd had. Maar de informatie over de Saksen heeft hij waarschijnlijk inderdaad uit Trier meegenomen.
>
> Naar mijn mening kan je dit fragment lezen als een
> bewijs dat eind vierde eeuw zich een grote
> fase-verandering in de West-Germaanse politieke
> constellatie had voltrokken.
Ik denk dat dit proces nog volop bezig was en dat degenen die het ondergingen nog niet in staat waren om te beseffen waar dit heen ging.
>
> De (betrekkelijk kleine) stammen die Caesar
> aantrof raakten opgelost in een dynamiek die vier
> eeuwen lang beheerst werd door de grens van het
> Romeinse Rijk. Daarlangs was de politiek geheel op
> die grens gericht. Dit leidt tot concentratie van
> de macht in grotere organisaties, die hoge adel
> nodig hebben om ze bijeen te houden. Daarbij zijn
> de Alemannen in het Zuiden en de Franken in het
> Noorden ontstaan.
>
> Maar zij hadden natuurlijk ook ooster- en
> noorder-buren, en daar zal zich, buiten direct
> zicht van de geletterde wereld, toch ook zo'n
> schaalvergroting in de legerleiding hebben
> voorgedaan. Ik bedoel, je buren waren eeuwenlang
> gewoon Chasuarii, en nu begonnen ze zich fancy
> Franken te noemen, en in een verbond met een hele
> zooi andere Rijnoeverbewoners.
Grotendeels mee eens. Wel worstel ik nog met het zelfbesef onder de ‘Franken’ tegenover hoe de Romeinen tegen hen aankeken.
Ammianus, grotendeels tijdgenoot van H., laat m.i. zien dat de benaming ‘Franken’ nog helemaal niet zo ingeburgerd is als naam voor een overkoepelend verband. In XVII.8 heeft hij het over Saliërs die ook Franken genoemd worden, maar heeft het daarnaast ook over Chamaven die deze duiding als Franken niet krijgen.
Ik heb sterk de indruk dat het gebruik van de overkoepelende naam Franken een ontwikkeling is die in eerste instantie bij de Romeinen gaande was en pas wat later door verschillende Germaanse groepen geadopteerd werd.
Volgens mij verklaart dit ook waarom Gregorius van Tours er in de zesde eeuw maar niet uitkomt als hij op zoek gaat naar de eerste koning van de Franken. En dat ondanks dat hij beschikte over werken uit de vierde/vijfde eeuw.
Ik denk dat het echt wel tot Clovis geduurd heeft voordat we kunnen stellen dat er sprake is van een verenigde groep Franken, die zichzelf ook zo noemen. En zelfs Clovis werd nog Sicamber genoemd.
In de loop van de vierde eeuw komen we steeds meer hooggeplaatste militairen in het Romeinse leger tegen die geduid werden als Franken: o.a. Silvanus, Mello(Mero)baudes, Bauto, Arbogast, Richomer, Marcomer, Sunno, Gennobaudes, Chlodio, …
Ik vraag me af in hoeverre deze personen oordeelden over hun herkomst, of die elkaar ook allemaal als Franken beschouwden. Mijn onderbuik (ik weet het, slechte raadgever), zegt van niet.
> Daar moest jij als
> naburige moerasbewoner ook wel een grotere
> identiteit tegenover stellen dan jouw lokale
> twaalfmarkenstam.
Zou kunnen. Maar ik vraag me af of het een het andere wel afdwingt. M.i. was de blik van de bewoners die zich dichter bij de Rijn ophielden erg gericht naar de Gallische kant van de rivier en niet heel erg naar wat er ‘achter hun rug’ gaande was. En de bewoners in het noorden hadden hun blik misschien wel meer op de zee gericht, dan op hun zuider/westerburen.
>
> Dan interpreteer ik de opsomming van Alemannen,
> Franken en Saksen als een rij aangrenzende
> grootstammen, waarbij een grootstam bestaat uit
> een netwerk van bovenregionale hoge adel en alles
> wat onder hen valt. Het zou daarbij de oudste
> vermelding van Saksen als grootstam zijn.
Voor de periode waar het hier over gaat, en nog lang daarna, zie ik nog geen Saksen als grootstam. Volgens mij ontstaat die echt pas ten tijde van Karel de Grote. Als KdG gaat huishouden in het gebied ten noorden van de Lippe is daar nog steeds sprake van een versnippering van groepen die zichzelf niet echt als Saksen zien.
>
> Van de Chauken is vermeld dat zij rond 200 AD een
> bijzonder groot stamgebied hadden, zowel aan de
> kust als in de binnenlanden, zeg maar een groot
> deel van het huidige Nedersaksen. Waarbij er vast
> nog wel kleinere stammetjes bestonden als lokale
> identiteit tegenover een ruimer verband. Militair
> opereerden ze zowat bij de Lippe, en één van
> Varus' standaarden werd bij hen teruggevonden. Dat
> was vast niet allemaal werk van wierde- en
> warft-bewoners, maar gast-bewoners tussen de
> moerassen leven ook op een hoogte.
>
> Het verbaast mij daarom niet heel erg als alle
> vroegere stammen van Nedersaksen zich in deze
> ontwikkelingen naar grote verbanden hadden
> samengeklonterd tot Saksen. Deze Saksen waren
> expansief aan de kusten, en vertoonden zich als
> piraten aan het Romeinse Rijk. Vanuit het
> binnenland was er met de Romeinen weinig contact,
> aangezien de Franken deze contacten
> monopoliseerden.
En omdat er met de Romeinen weinig contact was, zie ik geen dreigende factor die de kleinere groepen tot elkaar had moeten brengen.
De Romeinen en de Franken waren intensief met elkaar bezig. Alles wat zich ophield voorbij die Franken was m.i. voor de Romeinen Terra Incognita en de mensen die zich daar ophielden gaven ze het label Saksen. Volgens mij wisten ze er weinig van. Ze kwamen alleen met hen in contact als ze zich lieten zien als piraten op zee. Waarschijnlijk veronderstelden ze terecht dat die hun oorsprong hadden in het land voorbij de Franken.
> PS: in de Engelse vertaling vindt ik France voor
> Francia een gruwelijke vertaling, net als Germany
> voor Germania.
Tja, vertel mij wat

. Ik ben al blij dat het me tot nu toe nog steeds lukt om voor de bronteksten een vertaling te vinden. Sommige zijn best wel belegen en valt er het nodige op aan te merken. Zie ook bron 19: ‘Belgians’ als vertaling van ‘Morini’.
Ik denk dat hier meespeelt dat te teksten van Hiëronymus vooral ook interessant zijn voor theologen/filosofen en voor hen zijn bepaalde historische details vaak niet zo boeiend.
Groet,
Dagobert
Science: An orderly arrangement of what at the moment seem to be facts.