Het beeld dat je schept lijkt me vooral te gaan over gebieden in België.
In het Nederlandse deel van het Romeinse Rijk kennen we een bijna volledige discontinuïteit, terwijl er daarboven natuurlijk zelfs nooit een Romeinse economische structuur is geweest.
Wel zien we in heel Nederland in de vroege Middeleeuwen bewijzen voor grootschalige horigheid, zowel boven als onder de grote rivieren. Deze horigheid lijkt sterk op de 'slavernij' die Tacitus beschrijft als bestaand binnen de Germaanse maatschappij: zo'n 'slaaf', die zijn vrijheid bijvoorbeeld verloren kan hebben met dobbelen, blijft op zijn eigen boerderij wonen op min of meer dezelfde wijze, alleen heeft hij nu een heerser over zich.
Horigheid in de Middeleeuwen in Noord Nederland werd beschreven met dezelfde termen als het huwelijk: een horige werd 'geëcht' in het 'huishouden' van de heer. Voor zo'n ceremonie waren andere horigen van het huishouden nodig als getuigen, hetgeen betekende dat een situatie van één heer met één of twee horigen niet voorkwam. Hoewel ik het nergens expliciet tegen ben gekomen, heb ik de indruk dat alleen adellijken horigen konden hebben. Horigen mochten niet verkocht worden*): toen enkele Saksische heren dat probeerden, leidde dat rond 900 tot enorme onrust en een koninklijke aanklacht.
Horigen konden ook voorname posities verkrijgen. Allereerst natuurlijk de meiers van de hoven van hoge adel of geestelijkheid: die waren onvrij, maar spraken lokaal recht over kleine zaken. Verder stamt heel veel lage adel uit de late Middeleeuwen of van horige militairen die kleine kasteeltjes beheerden met een detachement soldaten, de Ministerialen.
Ook handelaren in de vroege Middeleeuwen waren vaak horigen, dwz in dienst van hun heren, die ook de rechten op deze handel bezaten.
In Frisia waren alle horigen tegen de 12e eeuw overgegaan in pachters, zonder dat het grootgrondbezit er minder was geworden. In Drenthe en Overijssel bleef de status van horige veel langer bestaan, maar nu waren deze horigen in doorsnee meer dan gemiddeld welvarende boeren geworden (omdat hun landerijen nooit verdeeld werden), en zij konden verder ook voor eigen rekening andere bezittingen hebben.
Tussen adel en hun horigen had je dan nog de vrije mannen. Hoeveel dat er eigenlijk waren vraag ik me regelmatig af. Vrij zijn had niet alleen maar voordelen: je had geen machtige beschermer, en je moest voor jezelf kunnen opkomen in een rauwe wereld.
EDIT: *) dwz zonder hun land. Het land met horige en al kon natuurlijk wel overgedragen worden, maar daarbij hielden de horigen het gebruiksrecht van land en boerderij.
1 keer gewijzigd. Laatste wijziging: 21/06/2023 20:00 door Erik Springelkamp. (
bekijk wijzigingen)