In grote lijnen zit daar wel wat in. De standen verschillen die we uit de vroege me kennen spreken ook niet van adel. Het gaat om anders gedefinieerde standen waarbij het meer om mate van ondergeschiktheid gaat.
Voor de Lage Landen zijn daarbij de Homini Franci de meest interessante. Maar die zien we niet in relatie tot de gebieden waar Eric aan refereert.
Zij zouden voor het rivierengebied heel goed de voorfase voor de heerlijkheden daar kunnen zijn.
Van meerdere heerlijkheden is echter duidelijk dat ze hun oorsprong vinden bij de milites.
Dat zijn geen geestelijken. Ze kunnen overigens wel milites zijn van geestelijke instituten.
Zo lijken Pannerden en Bijlandt begonnen als bezittingen van het kapitel bij Emmerich, dat in beheer kwam van milites die zich ontwikkelde tot de lagere adelstand.
Het wordt echter pas een heerlijkheid als het enige eigen juridische macht krijgt.
Geestelijke instituten die geduid worden als heerlijkheid ken ik niet, dus ben wel benieuwd naar voorbeelden daarvan.