Ik kan me heel goed vinden in de kanttekeningen die je maakte bij de tentoonstelling en de podcasts. Maar zoals ik al eerder opmerkte vond ik het ook een prachtige tentoonstelling.
In eerste instantie heb je (ik) niet zo in de gaten waar de manco’s zitten, waar het beter had gekund. Je loopt daar namelijk binnen met een niet onaanzienlijke hoop aan voorkennis, dus vul je veel ‘automatisch’ aan.
Om nog even door te gaan op die munt van Adela, …
Die lag in een groepje met munten van Dirk IV, Floris I en Egbert II. In de info-tekst stonden achter de namen alleen maar plaatsnamen en een datering. Niet wie deze mensen waren en er was ook totaal niet uit te maken welke munt bij wie hoorde en hoe je dat kon zien. Ik heb er een goede foto van gemaakt, maar ook daarmee kom ik er (nog) niet uit.
Overigens worden Adela en Hamaland nergens in het boek vermeld. In het voorwoord: “Het gebied van het huidige Nederland werd vanuit Utrecht en Luik bestuurd door bisschoppen met wereldlijke macht.” Dat is in mijn beleving een heel erg grove en vanuit geschiedkundig oogpunt ongeoorloofde versimpeling.
De eerste zin van het voorwoord vind ik ook heel ‘bijzonder’: “De periode van de 10de en 11de eeuw is een groot zwart gat in de Nederlandse geschiedenis.”
En dan die archeologie, …
Zonder toegang tot het Archeologisch Informatiesysteem Archis (database van RCE) is het voor leken ondoenlijk om te achterhalen wat ooit waar gevonden is. Die database is niet open access, alleen toegankelijk voor professionals in het archeologische veld.
Groet,
Dagobert
Science: An orderly arrangement of what at the moment seem to be facts.