Dagobert Schreef:
-------------------------------------------------------
> Het koste me al de nodige moeite om die zogenaamde
> ‘stadsrechten’ van Utrecht uit 1122 te
> vinden.
> Niet een plaatje van de bewuste oorkonden (2
> stuks), dat is ‘overal’ te vinden met overal
> een simpel verhaaltje erbij dat het de Utrechtse
> stadsrechten betrof.
>
> Uiteindelijk heb ik toch een vertaling gevonden
> van die keizerlijke oorkonde (Hendrik V).
> En als ik het goed begrijp gaat het er eigenlijk
> om dat de bisschop gedwongen werd om enkele van
> zijn rechten aan de stad over te dragen, zijnde:
> recht op het houden van markten, recht om een
> verdedigingswal om de nederzetting aan te leggen
> en een aantal tolvrijheden. Een tweede blad
> (oorkonde) zou een lijst zijn met de toltarieven.
>
> Hierzo in pdf
Ik krijg een iets andere indruk: het volgende is de meest specifieke bepaling
"allen die de Utrechtse stad moeten versterken met een wal" krijgen vrijstelling van tol.
Het lijkt me dat de aanleg van deze wal de aanleiding tot deze oorkonde vormt. De mensen moeten daarvoor stevig aan de slag, en daar willen ze iets voor terug.
Wat het voor mij tot de categorie
stadsrechten maakt is dat dit geen recht voor een persoon als vazal is, en ook niet voor een kerkelijke institutie, maar voor een gemeenschap van mensen die verbonden zijn met een marktplaats. Dat lijkt in dit geval ook op handelaren, boeren, vissers etc. uit de omgeving te gelden die hun producten op de markt van Utrecht verkopen.
Verder wordt er ongespecificeerd melding gemaakt van gewoonterechten en privileges die tussen de bisschop de 'gemeenschap' van bewoners al waren overeengekomen. De aanleg van de wal komt daarbovenop.
> Ik krijg de indruk dat de rechten net zo goed op
> Muiden betrekking hebben als op Utrecht.
> Dus Muiden had ook vanaf 1022 ‘stadsrechten’?
> Dat wordt er vrijwel nergens bij verteld.
> Ik krijg zelf de indruk dat de verleende rechten
> ook gelden voor ‘allen die in de omgeving van
> deze plaatsen wonen’. Moeten we daarom ook gaan
> spreken over ‘plattelandsrechten’?
Stad en land waren nog niet gescheiden. Die wal moest nog opgeworpen worden. Ik denk niet dat de betrokkenen het idee hadden dat ze een stad aan het maken waren, want er bestonden nog geen steden in de wijde omgeving waar ze zich aan konden spiegelen. Maar het was wel een teken dat deze gemeenschap niet eenvoudig door feodale heersers bevolen kon worden om de nederzetting te versterken, maar dat er hier een derde stand aan het ontstaan was.
> Ook blijf ik nog zitten met de vraag wat dan
> bedoeld werd met “het gewoonterecht en het
> privilege, verleend door bisschop Godebald”, of
> zijn dat de rechten die verderop gespecificeerd
> worden?
Volgens de vertaling niet, want er staat
bovendien bij die walbepalingen.
> We hebben hier een bepaalde combinatie van
> rechten. Welk recht of rechten moet een
> nederzetting minimaal gekregen hebben om te kunnen
> spreken over ‘stadsrechten’.
Naar mijn mening als de gemeenschap als rechtspersoon erkend wordt.
> Ondoorzichtig onderwerp (voor mij), waar vast en
> zeker studies naar gedaan zijn.
> Ik vrees dat ik je weinig verder kan helpen.
Die oorkonde van Utrecht is al mooi en illustratief.