"PS: Ik heb nog steeds een probleem met het begrip "rijkshof". Wat is dat eigelijk, een "Pfalz" is dat niet"
Mijn visie op de rijkshof in Groesbeek:
Gronspech
In Groesbeek gaan schriftelijke bronnen en archeologische vondsten voegzaam hand in hand. De naamsvermelding in 1040 wordt voorafgegaan, of geflankeerd, door twee tufstenen gebouwen, waarvan een de zaalkerk betreft en de ander de vroonhof, waar Pingsdorf- en kogelpotaardewerk ruim voorhanden is. Dit komt overeen met de door keizer Hendrik III geschonken mansus, een hoeve, in de villa, een nederzetting, aan de beschoeide en gestuwde Groesbeek. Of de persoon of het ambt van de waldvorster een hoeve of de vroonhof krijgt toegewezen is onduidelijk, evenmin of het bewoning of de opbrengst betreft.
174 175 176 Groesbeek is vanaf 1258 een heerlijkheid en vanaf 1265 voorzien van een spiekerachtige houten woontoren. In die tijd kan de oorspronkelijke eigenkerk zijn toegevoegd aan dekenaat Zyfflich, waarbij de pastoor van Groesbeek de afdrachten van een tweede, of dezelfde capella imperatoris verzorgt.
177 178 179 180 181
174 Bresslau, H. & Kehr, P. (1931). Monumenta Germaniae Historica, diplomatum ... , 5, Heinrici III diplomata, no. 47.
175 Schulte, A.G. (1982). Het Rijk van Nijmegen, oostelijk gedeelte en de Duffelt, … , p 27 en 28 fig. 17.
176 Kampen, J. van et al. (2015). Archeologisch onderzoek op een adellijk ... . ZAN, 336, p 29-30, 52, 65 en 114-118.
177 Sloet, L.A.J.W. (1876). Oorkondenboek der graafschappen Gelre en Zutfen, no. 726 en 807.
178 Gorissen, F. (1956). Stede-Atlas van Nijmegen, p 54-55 en fig. 21 Parochie Nijmegen.
179 Bosch, A. & Schmiermann, J. (red) (1991). Van Gronspech tot Groesbeek, fragmenten uit een … , p 44-48.
180 Beek, R. van (2009). Reliëf in tijd en ruimte, interdisciplinair onderzoek naar bewoning en landschap ... , p 245.
181 Gruben, R.J.W.M. et al. (2009). Groesbeek, de … . Middeleeuwse kastelen in veelvoud, p 198-199 en 210-211.