Een beetje een late reactie, die misschien ook niet zoveel heeft bij te dragen.
Wessendorp Schreef:
-------------------------------------------------------
>
> Met betrekking tot de geboorte van Otto III denk
> ik ook eerder aan Kessel. ( ... Kassel, Cassel,
> Castellum/ Castella)
Inmiddels weet ik uit welke bron die mededeling over de geboorte van Otto III komt.
Dat is de kroniek (
Chronicon) van Thietmar, bisschop van Merseburg (1012/1018).
In Boek III.26: … in silva quae Ketil vocatur … (… in het bos dat Ketil wordt genoemd …)
Overigens vraag ik me af of een naamsontwikkeling van ‘Ketil’ naar ‘Kessel’ logisch is.
>
> Er bestaat een publicatie: "Van Rijkshof tot
> Renthuis" van P.J.M. te Boekhorst (Groesbeek,
> 1995). Ik kan geen digitale versie vinden. Een
> exemplaar bij een antiquariaat evenmin momenteel,
> geduld hebben dus.
Ik krijg die publicatie ook niet in digitale vorm gevonden (is een boek in twee delen).
De heemkundekring citeerde er wel één zinnetje uit

.
Hier, onder ‘Opgraving Hoflaan’ is een pdf te openen met een soort samenvatting van het rapport van de definitieve opgraving van 2005.
Quote
Rijkshof of spyker?
In 1990 werden in aan de Hoflaan, in het centrum van Groesbeek, onder de fundering van het Renthuis uit 1770, de resten gevonden van een op hout gefundeerd rechthoekig tufstenen gebouw. De realisering van dat gebouw wordt gedateerd tussen het laatste kwart van de 10e tot de 1e helft van de 11e eeuw. Mogelijk is het in de 12e eeuw gesloopt. Huizen van steen zijn in die periode een uitzonderlijk verschijnsel, zeker op het platteland. Een mogelijke verklaring is dat het gebouw onderdeel was van een rijkshof dat diende als verblijfplaats voor de koning of keizer tijdens de jachtpartijen in het Rijkswald. (N.B. in het Opgravingsverslag van de Heemkundekring/P. te Boekhorst wordt overigens met betrekking tot het tufstenen gebouw geopperd, dat het een voorraadschuur/spyker/tiendschuur kan zijn geweest).
De zin tussen haakjes komt dus kennelijk uit ‘Van Rijkshof tot Renthuis’.
Alles daarvoor is letterlijk uit het archeologische rapport 05.034 uit 2006 (BAAC), dat overigens
hier te vinden is (het opent zich als je op de knop 'Accept' klikt.
Er is dus verschil van mening over hoe die 10e/11e steenbouw geïnterpreteerd moet worden. Wel gaf men enigszins aan wat er onder zo’n rijkshof verstaan moest worden. Een “verblijfplaats tijdens de jacht”.
Ik stel me dat dan toch iets breder voor: de locatie vanaf waar het jachtgebied / koningsgoed beheerd werd en dat tevens als rustplaats/verblijfplaats tijdens het reizen van het hof kon dienst doen (een mini-palts?).
Ik ben het met Erik eens dat koningsgoed vele doelen kon dienen.
Voor de locaties van waaruit het beheer van koningsgoederen gedaan werd, doen nogal wat namen de ronde: palts, villa, curtis, wik, predium. Er zal wel verschil in betekenis zijn, maar ik kan het niet ophoesten. Bij verafgelegen kloostergoederen zien we min of meer hetzelfde, waarbij dan vaak gesproken wordt over een (uit)hof of ook een curtis.
In verband met de uitgifte van koningsgoed als leengoed om vazallen te binden, speelde volgens mij het begrip ‘fisc’ een belangrijke rol. De verschillende rijksdelingen onder de Merovingen en Karolingen zouden wel eens de ‘fisc’ als basis gehad kunnen hebben. Een eenheid (nederzetting met gebied) die voor inkomsten zorgde.
Bij de Franken was uitbreiding van het rijk erg belangrijk voor het verkrijgen van nieuwe koningsgoederen. Eerder uitgeleend koningsgoed kon natuurlijk weer beschikbaar komen (bijvoorbeeld van uitgestorven of uit de gratie geraakte ‘dynastieën’), maar er moest wel voldoende in voorraad zijn.
Groet,
Dagobert
Science: An orderly arrangement of what at the moment seem to be facts.