Door het gretig toeschrijven aan Karels, Ottos, Frederiks etc. is er rond Nijmegen tussen de Ottonen en Staufen anderhalve middeleeuw ontstaan, want wat deden die Saliers de hele dag? Het lijkt dat ze kenniswerkers hebben aangetrokken om te broeken op uit te geven woeste gronden. Deze behoorden standaard aan de kroon en hebben dus juist geen recente voorgeschiedenis. Voor de bossen kan gelden dat deze formeel nog bij een 'fisc' hoorden, maar in de praktijk zo verwilderd waren dat er ook sprake was van woeste grond. De dorpen Groesbeek en Kessel zijn ontstaan uit koningshoeven (wellicht ook Frasselt). Latere voorbeelden zijn Kranenburg, waarvan men ook zegt dat dit een koningsdorp betreft en Kalkar. Het gaat hier specifiek niet om de betere lokaties op stroomruggen of rivierduinen zoals Zyfflich, Rindern, Qualbug, Cuijk, Gennep, Wijchen, Bergharen, Druten etc., maar om kommen met zware klei (fijne klei ver van de rivier), veen in beekdalen of stukken (oer)woud. Mogelijk oorspronkelijk ontginningen met als doel om expansie vanuit het noordwesten tegen te gaan? Bij Nijmegen ligt de nadruk ook op 'nieuw' stichting.