Lolke, ik ben inmiddels weer wat verder met het doornemen van de Bataafse Opstand aan de hand van de tekst van Tacitus’
Historiae.
Helaas hebben we geen andere narratieve teksten om ernaast te leggen, dus we moeten het met Tacitus doen. Een ietsie pietsie in de
Annales van dezelfde auteur.
Naar mijn mening zijn er toch echt wel overweldigend (overdrijving?) veel aanwijzingen om de plaatsnaam Vetera te identificeren met het legioenskamp op de Fürstenberg bij Xanten.
1. In de eerste fase is er een verplaatsing van de strijd van west naar oost (langs de Rijn en langs het “eiland van de Bataven”.
Brinno begint met zijn Cananefaten door een Romeins kamp bij de kust, bezet met 2 cohorten hulptroepen, te overvallen en te plunderen.
Het is redelijk om de locatie van dit kamp te veronderstellen ergens aan de Zuid-Hollandse kust in de ruime omgeving van ’n Rijnmonding
Hist. IV.15.
2. De Romeinse officieren van “de” andere kampen zetten deze in de fik omdat ze geen kans zien om die succesvol tegen het dreigende gevaar te verdedigen.
Hist. IV.15.
De troepen (van deze kampen) trekken zich terug “in superiorum insulae partem”.
In Engelse vertalingen lees ik “to the upper end of the island” of “in the upper part of the island”. Upper naar mijn mening in de betekenis van hoge of hoogste. Andere betekenissen van “superior” komen in deze context naar mijn mening niet in aanmerking.
Dit kan naar mijn mening nauwelijks naar een andere plek dan de omgeving van Nijmegen verwijzen, waar in die tijd ook een legerkamp was op de hoger gelegen stuwwal (Kops Plateau).
De tekst heeft nog iets meer: “in the upper part of the island under the leadership of Aquilius,
a centurion of the first rank”.
En laat nu in het praetorium van dit kamp een verzilverde bronzen schijf gevonden zijn met een inscriptie die de naam Aquilius vermeld. Toeval????
3. Munius Luperus krijgt de opdracht om tegen de vijand op te trekken. Luperus was de commandant bij twee legioenen in een niet bij naam genoemd winterkamp.
Alle legionairs met nog wat aanvulling (Ubiërs, Trevieren en ook een Bataafse ruitereenheid die later overloopt) vertrekken naar “het eiland”.
Ze blijken niet opgewassen tegen de troepen van Civilis en trekken zich terug in het castra genaamd Vetera (“in castra, quibus Veterum nomen est”).
Hist. IV.18.
Het staat er niet exact zodanig geformuleerd dat dit castra hetzelfde is als hetgeen waar ze vandaan waren gekomen. Maar wat moet het anders zijn?
Het lijkt mij gezien het verloop van de strijd volkomen onlogisch om dit Vetera ten westen van Nijmegen te veronderstellen. Logisch is om dit te zoeken stroomopwaarts langs de Rijn, en waar kom je in die tijd dan het eerste castra tegen? Bij Xanten, toch?
4. Het castra lag deels op de glooiende helling van een heuvel, deels op vlakke bodem (“Pars castrerum in collem leniter exurgens, pars aequo adibatur.”).
Hist. IV.23.
Naar mijn mening past dit uitstekend bij het castra op de Fürstenberg, dat aan de zuidzijde zeer geleidelijk afloopt tot nagenoeg vlak bij het amfitheater.
Is er ten westen van Nijmegen een kamp te vinden dat aan deze beschrijving voldoet?
5. Vocula en Flaccus gaan met troepen richting Vetera om de belegering te breken.
Hist. IV.24. Vocula over land, Flaccus over het water (moet welhaast de Rijn zijn).
Ze komen langs Bonn en trekken verder naar Keulen (“colonia Agrippinensis”).
Hist. IV.25.
6. Verder naar “Novaesium” waar het 16e legioen zich bij hen voegt. Ze slaan hun kamp op in “Gelduba”.
Hist. IV.26.
Strikt genomen ontbreekt de naam “Gelduba” in IV.26. Waar de naam zou moeten staan is een lacune in de overgeleverde tekst, maar “Gelduba” wordt wel genoemd in IV.32,35,36,58.
Kan dit over andere plaatsen gaan dan Neuss en Gellep (bij Krefeld), waar ook kampen zijn aangetoond? En dat de troepen die tegen de opstandige Civilis worden ingezet vanuit het zuiden naar het noorden trekken?
Hier verlaat ik voorlopig de chronologie van de opstand.
Niet vergeten: we hebben nog iets uit de
Annales (I.45) ook van Tacitus:
7. “Vetera” ligt op 60 mijlen afstand van “het altaar van de Ubiërs” (= Keulen).
Dit is correct voor het castra op de Fürstenberg bij Xanten!
Je vindt dat het verhaal over het onder water zetten van een gebied waar de finale strijd gevoerd werd tussen Civilis en Cerialis niet past bij het castra op de Fürstenberg.
Hist. V.14,15.
Ik vraag me af hoe sterk dit argument is (kan zijn) tegenover de vele aanwijzingen die te vinden zijn om Vetera wél met dit castra te identificeren.
Het lijkt mij toe dat die onder water gezette velden waar de strijd gestreden werd niet direct naast het castra hebben gelegen, maar dat de beide legers elkaar ergens in een open gebied getroffen hebben (volgens Tacitus “een uitgestrekte vlakte”). Er zijn (zuid-)oostelijk en ook ten noorden van de Fürstenberg volgens mij genoeg vlakke gebieden dicht bij de Rijn aan te wijzen waar zich dit mogelijk voltrokken kan hebben.
Het terrein was volgens Tacitus al moerassig van nature.
Maar ondanks het water, waar de soldaten zeker last van hadden, werd er wel gestreden. Zo ik het lees bij Tacitus was er zeker geen sprake van een volledig ondergelopen gebied.
Maar zelfs als je meer gewicht wilt toekennen aan deze “overstroming” en dat niet zo ziet zitten in de buurt van Xanten, dan nog kan dat m.i. niet opwegen tegen de vele aanwijzingen die in de tekst van Tacitus te vinden zijn om Vetera te identificeren met het castra op de Fürstenberg.
8. En dan hebben we ook nog Ptolemaeus en de Peutingerkaart. In beide bronnen vinden we Vetera op een plek die bij Xanten kan liggen, niet in de directe omgeving van de Rijnmondingen.
Tot zover maar weer.
Groet,
Dagobert
Science: An orderly arrangement of what at the moment seem to be facts.