Titel van de discussie is de titel van een
boek uit 1995 van
Klaes Sierksma. Wat mij betreft (ook) een heel interessant overzicht van waar je Liudger overal tegen kunt komen in de (Noordelijke) Nederlanden. Sailliant detail is dat ondanks dat dit boek vooral een traditionele insteek kent, het wel werk van Delahaye in de literatuurlijst heeft opgenomen, te weten Holle Boomstammen en Ontspoorde Historie.
Uit dit boek heb ik geleerd dat er naast de
Zwesereng te Zuilen nog een traditie is (geweest?) waar Liudger geboren zou zijn. En dat is ...in....
Wierum. Die traditie - volgens Sierksma een misverstand - lijkt al honderden jaren oud. Met behulp van de bronverwijzingen die Sierksma geeft heb ik een speurtocht gemaakt van de 20e eeuw naar de 17e. Hieronder mijn resultaten.
De reist begint
hier, bij de Liudgerstrjitte in Wierum. Volgens Sierksma werd op 25 september 1969 de naam van de straat door de toenmalige Raad van de gemeente Westdongeradeel vastgesteld als Liudgerstrjitte/Liudgerstraat met de volgende motivering (van de Straatnamencommissie onder voorzitter B.Bilker:
Quote
Wij hebben gemeend deze straat, welke voorheen Achterstraat werd genoemd, te moeten vernoemen naar de persoon van Liudger, die, naar men aanneemt te Wierum is geboren, is als zendeling hier en ook Duitsland werkzaam geweest en heeft door het stichten van kerken het Christendom hier gebracht. [...] wij merken op dat deze straatnaamgeving in samenwerking met den dorpscommissie uit Hantum en Wierum is geschied. De heer (W.Th.J.P.M.) Keune, onze streekarchivaris, heeft ons hierbij van advies gediend.
Waar zou Keune dit vandaan hebben? Sierksma geeft in een noot aan dat het 'vanzelfsprekend lijkt' dat van Abraham Jakob van der Aa met zijn Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden de inspiratiebron is geweest. In
volume 12 (W-Y) uit 1849 vinden wij het volgende stukje tekst:
Quote
dit dorp is de geboorteplaats van Ludgerus den eersten Bisschop van Munster die ook aan de bekeering der Friezen veel heeft toegebragt. Hij overleed den 26 Maart 789
Hier staan geen referenties bij. Een andere mogelijke bron volgens Sierksma is
Oudheden en gestichten van Vriesland (tusschen 't Vlie en de Lawers) (Deel I) uit 1723, daar vinden we het volgende over Wierum en Ludger.
Quote
5. Ludgerus te Wierum gebooren.
Wierum. Is een zeer oud dorp / dat bewesten den Vliet Pasens, aan den Zeedijk gelegen is. In dit zelve dorp is de Heilige Ludgerus uit een Adelijk geslagt gebooren; en heeft de Pastorij van de kerk / die daar opgerecht wierd / zeven jaaren lang bekleedt. Da die zeven jaaren is hij / volgens de ongedrukte kronijk van Vriesland door Vorperus Thaborita beschreeven / de eerste Bisschop van Munster geworden. Doch in 't eerste deel van Batavia Sacra hebben wij zijn leven omstandiger beschreeven. Riemes Itsma, een Vriesch Edelman / had hier een Stins staan in 't jaar 1483.
Het relatief nabij gelegen Holwerd komt ook aan bod:
Quote
Naamrede van Holwert. Holwert ook in Westdonger-deel bewesten de Vliet Pasens gelegen / is een groot en oud dorp. Het heeft zijnen naam niet gekreegen van een waard / Holle of Holles gehnaamd; zoo als Ubbo Emmius het verstaat. Maar de naam van Holwert is afkomstig van Heilig, daar de oude Vriezen hollig tegen zeiden / en van Waert of Weeret, 't welk een dijk of hoogte betekent. Want / zoo als de oude geschichtboeken getuigen / heeft de H. Ludgerus hier het gezigt aan een blind mensch gegeeven; en door zoo een doorluchtig mirakel deezen dijk vermaard gemaakt. [..]
Sierksma geeft daarbij aan dat Simon Stijl in de 'Tegenwoordige staat van Friesland XXIII, XXVI' (1785/1788) van de opmerking over de Stins gemaakt zou hebben dat Liudger "
gesprooten is uit het adelyk geslagt van Itsma.".
.....dan zijn we dus eind 18e eeuw. Maar de traditie gaat verder terug, want volgens Sierksma zegt Jacobus de la Torre in 1656 het volgende:
Quote
Insuper prope Doccomium, in pago Wirum in tractu Dongeradeel nobilibus et christianis patre Thiargrino et matre Liafburge natus fuit Ss Ludgerus, qui apud Bm Gregorium IIIm Ultrajectensis episcopum in pietate et doctrina Ultrajecti instructus et eruditus , Doccomii ab Alberico, Sti Gregorii praefati successore, factus fuit primum pastor, et ibidem, cum ex sua haereditate proprio in fundo ecclesiam construxisset, et circa illam monasterium fundare decrevisset, post conversos in patria Frisios, factus est dignissimus civitatis monasteriensis in Westphalia protoëpiscopus.
Dit zou uit het Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht XI (Utrecht 1883) p. 194 komen. Nummer 11 heb ik (nog) niet op het Internet kunnen vinden. Maar dat terzijde. Volgens het lemma van Jacobus de la Torre op Wikipedia was deze in 1656 in Rome. Sierksma zegt in zijn boek dat de la Torre "
moest rapporteren over een speurtocht door de Republiek naar de situatie van het rooms-katholieke geloof". Dat past helemaal bij de
Hollandse Zending waar de la Torre aan verbonden zou zijn geweest.
(Bron: '
thuis in Brabant').
In het stukje tekst heet Dokkum trouwens geen Dockinga of Dockynkirchia, maar Doccomium. Een Latinisatie die mijns inziens dichter bij Dokkum staat. En Utrecht heet geen Traiectum, maar Ultrajectum. Helaas gaat het bij Sierksma niet verder terug. Het eindigt bij de la Torre.
Wellicht ga ik in het
biografisch woordenboek van van der Aa nog wat meer vinden aan referenties. Vooralsnog denk ik erover om de volgende keer de Zwesereng traditie te beschrijven zoals ik die in dit boek heb gelezen.